Wat doen strooiwagens als ze bij een grens komen en op een snelweg rijden?
Want ze kunnen natuurlijk niet op de snelweg omdraaien. hoop dat iemand het weet
De kans dat dit gebeurt lijkt me echter erg klein omdat er vast allerlei complicaties zullen zijn die verstrekkender zijn dan de winst van doorstrooien.
Misschien zijn er andere strooiregimes (andere moment waarop gestrooid moet worden irt weersomstandigheden). Misschien zijn er tussen landen wettelijke verschillen die een gezamenlijk strooicontract in de weg staan. Misschien zijn er technische eisen die verschillen, wellicht irt de samenstelling van het asfalt (ZOAB of niet, etc).
Gevolg: de rechterrijstrook bleek op weg naar Nederland vanaf de laatste afrit voor de grens alleen nog maar door wat met de natte autobanden overgebracht zout besprenkeld te zijn, en de linkerstrook ging binnen een afstand van honderd meter over in stevig aangereden nog witte sneeuw zonder zand, modder, of wat dan ook. Oftewel: het leek ineens op rijden in winters Noorwegen, maar dan zonder gestrooid zand, en als je net op de linkerstrook reed moest je veel geluk hebben en heel voorzichtig rechts gaan invoegen. Er wordt altijd gewaarschuwd voor extra gladheid op op- en afritten (en bruggen en viaducten), maar het gevaar ligt hier dus juist op de doorgaande hoofdrijbaan! Om geen onderbreking te krijgen in het strooien op de doorgaande hoofdrijbaan moeten de strooiwagens dus beslist vanuit beide landen doorrijden tot het eerste afrittencomplex voorbij de grens. En daarbij zorgen dat de behandelde wegvakken naadloos in elkaar overgaan. En dat was hier duidelijk niet gebeurd: de strooidienst van het buurland verliet de hoofdrijbaan bij laatste afrittencomplex juist vóór de grens aan hun kant, en de doorgaande hoofdrijbaan was over het hier zeer lange stuk (3 km) tussen begin van afrit en einde van oprit niet behandeld. Het viel des te meer op omdat de vijf kilometers tot aan het eerste knooppunt in NL heel goed geveegd en gestrooid waren. Op beide rijstroken.
Het Nederlandse stuk is bekend onder wegnummer A4 en is ZOAB (Zeer Open AsfaltBeton), en het Belgische deel heet A12 en is klassiek spetterasfalt. Wat het strooien op elkaars wegen niet alleen theoretisch ingewikkeld maakt.
Wikipedia stelt: in Nederland is ongeveer 90% van het snelwegennet verhard met ZOAB. In Vlaanderen is het gebruik van ZOA anno 2014 slechts marginaal. Een (vroeger) zeer bekende eigenschap van dicht asfalt was het enorme watergordijn dat achter een rijdende auto opspat als die op de snelweg in de regen rijdt. De foto op http://nl.wikipedia.org/wiki/Zeer_Open_Asfalt (klik erop om hem in volle grootte te zien) brengt dat voor de wat ouderen mooi in herinnering, waarbij ik nog aanteken dat het watergordijn hier helemaal niet zo erg dicht is omdat de foto ná en niet tijdens een regenbui is genomen.
Dit is het beeld van het ouderwetse rijden in de regen van vóór de jaren 90:
http://www.deltares.nl/xmlpages/tan/images/10000/11070/large/2942.jpg En inderdaad heb ik de laatste jaren van mijn werk in Antwerpen elke keer dat het regende mij opnieuw verbaasd over het enorme verschil tussen de kwaliteit van open asfalt tegenover het uitzichtloze gedoe op dicht asfalt.
Daarbij is voor de vraag goed om te weten dat bevriezing van wegen met als gevolg gladheid op klassiek dicht asfalt met bekende en beproefde middelen te bestrijden is. Maar toen het Open Asfalt hier en daar was gelegd, bleek in de eerstevolgende winters al snel dat het lastig is om op zo’n wegdek even effectief als voorheen de gladheid te bestrijden. Bedankt voor de opmerking, want ik had me niet gerealiseerd dat dit aspect van ouderwets asfalt al zo ver achter ons ligt.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.