Door het grote voorwiel werd de afgelegde afstand per trapbeweging groter en waren de ritten over de vaak onverharde of hobbelige Europese wegen comfortabeler.
Maar uiteraard had ook de hoge bi belangrijke nadelen. Het op- en afstappen was nogal lastig en doordat de berijder bijna recht boven het voorwiel zat, kon iets te hard remmen of een kleine botsing er al toe leiden dat hij over het stuur werd gelanceerd.
.
Draisine
Er bestaan veel onverifieerbare claims voor de uitvinding van de eerste fiets, maar het eerste gedocumenteerde ontwerp behoort toe aan de Duitser Karl Drais (1785-1851). Hij ontwierp zijn ‘Laufmaschine’ (loopmachine), die bekend kwam te staan als de ‘Draisine’, in 1817 als een vervanging voor het transport door trekdieren. Deze eerste fiets beschikte over een houten frame en twee houten wielen, maar had geen pedalen of stuur. De bestuurder zat op het frame en bewoog zichzelf voort met behulp van zijn benen. Met zijn 22 kilo wegende prototype slaagde Drais erin om binnen een uur maar liefst 13 kilometer af te leggen. Desalniettemin was er weinig commerciële interesse in de fiets, met name omdat deze uiterst oncomfortabel was op onverharde wegen.
Bottenschudder
In 1862 besloot een Franse mecanicien, mogelijk Ernest Michaux of Pierre Lallement, een aantal verbeteringen aan te brengen aan de Draisine. Het nieuwe ontwerp was bestuurbaar en werd voorzien van trappedalen, bevestigd aan het voorwiel. De fiets bleek zeer populair in zowel Europa als Amerika. Om te kunnen voldoen aan de vraag werd in Frankrijk rond 1864 de eerste fietsfabriek opgericht. Bij de productie werd het houten frame vervangen door een gietijzeren variant met metalen wielen. Dit maakte de fiets echter zo oncomfortabel dat de Engelsen het ding al snel de bijnaam ‘The Boneshaker’, oftewel ‘De Bottenschudder’, gaven.
Toegevoegd op 16 augustus 2020 08:28: bron
- Bronnen:
-
https://www.kijkmagazine.nl/tech/waarom-ha...
-
https://isgeschiedenis.nl/nieuws/geschiede...