Je bent niet geheel stuurloos - maar in hoeverre je nog bestuurbaar bent hangt af van de rivier en van de hulpmiddelen die je nog hebt.
In principe heb je gelijk met je constatering dat je stuurloos bent als je alleen een roer hebt en als de boot stilligt ten opzichte van het water - wat ook het geval is wanneer de boot even snel drijft als het water.
Bij het afdrijven met de stroom van een rivier mee gelden echter een aantal dingen waar je gebruik van zou kunnen maken.
Zo stroomt het water in met midden van de rivier meestal sneller dan aan de randen - of, in een meander, in de buitenbocht sneller dan in de binnenbocht. De boot drijft mee met de gemiddelde watersnelheid - maar links en rechts kan het water sneller of langzamer stromen. Er is dus sprake van waterstroming langs de boot, wat betekent dat je niet geheel stuurloos bent.
Een andere optie is een lange ankerlijn uit te gooien en die met een lange V-vorm aan boeg en hek van het schip te bevestigen. De boot in de stroming gedraagt zich nu hetzelfde als een vlieger in de wind - met het anker als beginpunt van de vliegerlijn. De boot is nu bestuurbaar zoals een vlieger bestuurbaar is. Dit principe wordt gebruikt door de gierponten die je onder andere op de Lek tegenkomt. Zie
https://nl.wikipedia.org/wiki/Veerboot , zoek op Gierpont ('gieren' betekent draaien, het heeft hier niets met mest te maken).
Ben je aan het afdrijven, dan is het goed mogelijk dat je weliswaar niet beweegt ten opzichte van het water (als je de verschillen in stroomsnelheid vergeet, zie hierboven), maar dat je wel degelijk beweegt ten opzichte van de lucht. Ook als het windstil is! Je kunt dan een luchtroer maken om bestuurbaar te worden. Zo'n luchtroer is beter bekend als zeil, maar een eenvoudig groot oppervlak dat je geen 'zeil' kunt noemen volstaat al.
Nog een optie om bestuurbaar te worden is te gaan peddelen of bomen.
Conclusie:
Als je afdrijft ben je veel minder bestuurbaar dan wanneer je je snelheid zelf onder controle hebt. Geheel stuurloos ben je echter niet.