Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Waarom kun je bij skaten/skeeleren een hogere snelheid behalen dan met steppen?

Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
in: Sport
1.5K

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Bij het steppen moet de afzettende voet even snel naar achteren bewogen worden als dat de stepper voorwaarts aan het bewegen is. De grond staat immers stil.

Bij het skaten en skeeleren kan de afzettende voet zich afzetten tegen het naar achteren vliegende wegdek zonder dat de voet daarbij per se zo snel naar achteren hoeft te gaan. Het zijn dus de wieltjes onder de afzettende voet die het verschil maken.
En bij schaatsen op ijs heb je wel geen wieltjes, maar daar is het voorwaarts glijden van de afzettende voet de vergelijkbare noodzakelijke factor om hard te kunnen gaan.

Toegevoegd na 3 minuten:
Het feit dat de afzettende voet even snel naar achteren moet worden bewogen als de voorwaartse snelheid van de step is, beperkt de maximaal te behalen snelheid tijdens steppen.
Behalve wanneer de stepper over een lange helling naar beneden rijdt dus, dan kun je wel harder gaan.
(Lees meer...)
8 jaar geleden

Andere antwoorden (2)

Steppen is een soort lopen en als je te snel gaat val je. Bij skeeleren en rolschaatsen heb je geen stroef contact met de ondergrond waardoor je zou kunnen vallen.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Bij schaatsen en skeeleren zet je af tov de andere schaats. De andere schaatst beweegt vooruit, maar doordat je onder een hoek afzet lijkt het alsof de andere stil staat. Hier door stapel je snelheid op snelheid. Daarom kan je hogere snelheden bereiken dan bij het steppen.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Bordensteker
8 jaar geleden
Ik moest je uitleg even een paar keer goed lezen, maar er zit wel wat in! Het is in de eerste plaats een voorzet naar een uitleg hoe het kan dat je op skates zo hard kunt gaan. Je zet tijdens het schaatsen (zodra je eenmaal op snelheid bent) inderdaad kracht door je met bijvoorbeeld je rechterbeen af te zetten tegen de zwaartekracht die je half op de andere schaats leunende lichaam naar rechts wil laten vallen. Doordat de rechterschaats naar opzij wijkt komt je zwaartepunt ook meer van dat linkerbeen af, en het midden tussen de schaatsen hangende gewicht wil door de zwaartekracht steeds naar beneden en duwt daarbij de schaatsen uit elkaar. Doordat de schaatsen een beetje uit elkaar gericht staan, kan het zwaartepunt van het lichaam lager komen door de benen uit elkaar te duwen, en het resultaat is dat de schaatser door zijn eigen gewicht vooruit bewogen wordt.
Dit is een versimpelde uitleg natuurlijk, want je gebruikt ondertussen spierkracht om het lichaam tóch ongeveer op dezelfde hoogte te laten blijven door in plaats van met zwaartekracht zélf de schaatsen uit elkaar te drukken. Maar je hebt in theorie dus een heel groot ‘verzet’ als je de schaatsen bijna evenwijdig aan elkaar neerzet. Dat lijk jij te bedoelen met “snelheid op snelheid stapelen”. Je zou met een helemaal niet zo snelle beenbeweging voortdurend harder kunnen gaan door de schaatsen steeds meer evenwijdig aan elkaar te zetten, alleen de enorm toenemende luchtweerstand maakt dát onmogelijk. Bij steppen zet je je zuiver recht naar achteren af en moet de beenbeweging steeds even snel zijn als de voorwaartse rolsnelheid, dus zonder hellingen af te rijden is de maximum snelheid dan altijd tamelijk beperkt. Hier zie je meteen het verschil met fietsen op een fiets met een voldoende hoge versnelling, want ook daar gaat je wiel aan de omtrek veel sneller dan je voeten op de trappers. De vraag was waarom je harder kunt gaan. Jij benadert die kwestie vanuit de gedachte dat de schaatser niet mechanisch begrensd is, terwijl ik uitleg hoe het komt dat de stepper wél mechanisch begrensd is! Deze uitwerking schrijf ik hier omdat ik anders jouw gezichtspunt zou kapen voor mijn eigen antwoord, en daarmee zou ik (of zouden de stemmende lezers) jou tekort doen.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Bij de start van schaatsers, staan de schaatsen ongeveer haaks op elkaar vanaf boven bezien en ziet het spoor dat ze achterlaten er uit als een visgraat. En naar mate de slagen langer en vloeiender worden gaat de snelheid omhoog. En kan de hoek kleiner worden maar niet zo klein dat de schaatsen evenwijdig aan elkaar staan want dan glijdt de achterste schaats telkens weg. Maar om alle facetten van de bewegingen te beschrijven zijn er nog wel een paar A4-tjes nodig.

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding