Hoe interpreteren protestanten en katholieken deze zin in de Bijbel: 'Maar wat de doden betreft, zij zijn zich van niets bewust.' ?
Ik weet niet wáár dat ergens in de Bijbel staat, maar ik heb weleens gehoord dat ergens zoiets verteld wordt. Jehovah's getuigen interpreteren dit zo, dat doden als het ware slapen, totdat zij een eventuele wederopstanding krijgen. Maar hoe vatten andere christenen, zoals katholieken en protestanten dit op? Want die geloven wel in leven na de dood.
7 Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. 8 Draag altijd vrolijke kleren, kies een feestelijke geur. 9 Geniet van het leven met de vrouw die je bemint. Geniet op alle dagen van je leven, die God je heeft gegeven. Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven. 10 Doe wat je hand te doen vindt. Doe het met volle inzet, want er zijn geen daden en gedachten, geen kennis en geen wijsheid in het dodenrijk. Daar ben je altijd naar op weg. 11 Ik heb onder de zon opnieuw gezien dat niet altijd een snelle hardloper de wedloop wint, een sterke held de oorlog, dat hij die wijs is niet altijd zijn brood heeft, en hij die inzicht heeft de rijkdom, hij die bekwaam is het respect. Zij allen zijn afhankelijk van tijd en toeval. 12 Nooit weet de mens wanneer zijn tijd gekomen is: zoals de vissen verraderlijk worden gevangen door de fuik en de vogels door de val, zo wordt de mens verrast door de verraderlijke tijd, wanneer die als een klapnet op hem valt.
Abraham was van oordeel dat als Isaäk als een slachtoffer zou sterven, „God hem zelfs uit de doden kon opwekken”. Job, een getrouwe man uit voorchristelijke tijden, zag ook uit naar een opstanding. Satan deed hem verschrikkelijke dingen aan. In tegenstelling tot zijn valse vrienden, die nooit over de opstanding spraken, putte Job troost uit die hoop en vroeg: „Kan een fysiek sterke man als hij sterft opnieuw leven?” Job beantwoordde die vraag zelf met de woorden: „Al de dagen van mijn dwangarbeid zal ik wachten, totdat mijn aflossing komt.” Hij richtte zich tot zijn God, Jehovah, en erkende: „Gij zult roepen, en ikzelf zal u antwoorden.” Over de gevoelens van onze liefdevolle Schepper merkte Job op: „Naar het werk van uw handen zult gij een vurig verlangen hebben” (Job 14:14, 15). Wat zei God tegen de profeet Daniël ? (Daniël 12:13) . . .En wat uzelf betreft, ga het einde tegemoet; en gij zult rusten, maar gij zult opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen.”
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.