Zo makkelijk mogelijk uitgelegd:
Een mens bestaat uit cellen: huidcellen, bloedcellen, haarcellen, zo kun je nog heel lang doorgaan.
Echt elke cel van de mens bestaat uit 23 chromosomenparen, ofwel 46 chromosomen. (Uitzonderingen buiten beschouwing gelaten, zoals het syndroom van down).
Die chromosomen lijken op strengen als je ze vergroot.
Hierop ligt een stof genoemd DNA. Bij ieder mens is dat DNA uniek, ofwel ieder mens heeft zijn eigen erfelijke code.
Op deze chromosomen zitten genen, ofwel elk stukje gen is een stukje DNA (kenmerk uiterlijk of karakter).
Op die 46 chromosomen (elke cel) bevinden zich tussen de 20.000 en 30.000 genen!
Het mooie is dat de zaadcellen en eicellen niet bestaan uit 23 chromosomenparen.
Een zaad- en eicel bestaat uit 23 enkele chromosomen.
Dus bij de bevruchting smelten een chromosoom van de man en de vrouw weer samen tot een uniek paar. En dat weer 23 keer. Hierdoor krijg je hele unieke chromosomenparen.
Omdat er dus tussen de 20.000 en 30.000 genen zijn, zowel bij de man en de vrouw, zijn er combinaties genoeg! Je kunt dus niet voorspellen hoe een kind er uitziet en hoe het karakter is.
Elke bevruchting (kind) is uniek daardoor. Het ligt er maar net aan welk deel van de man en vrouw op dat moment overheerst en samenkomt.
Ik hoop oprecht dat het zo duidelijk is.
https://erfelijkheid.nl/erfelijkheid/dna-doorgeven-bij-de-bevruchting
Toegevoegd op 29 augustus 2019 12:16: tekst