Uit milieu-oogpunt: hoe verhoudt zich stoken van een centrale verwarming (HR ketel) ongeveer tot het stoken van hout in een houtkacheltje?

Houtkachels hebben een positief milieu-imago, omdat hout een duurzame brandstof is. Desondanks leveren houtkachels wel milieubelasting op. Een gesloten houtkachel, goede luchttoevoer én een goed onderhouden schoorsteen verminderen de hoeveelheid schadelijke verbrandingsgassen.

Dit duurzame aspect gaat echter alleen op, als voor iedere gekapte boom een nieuwe wordt geplant. Bovendien moet de kachel een hoog rendement hebben, zodat er niet onnodig veel hout in verdwijnt. Een goede houtkachel kan hetzelfde rendement behalen als een gaskachel. Het rendement van tegel- en speksteenkachels ligt hoger: die halen de gewone CV-ketel zelfs in.

Zelfs als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, heeft een houtkachel ook nadelen voor het milieu. Bij houtverbranding komen namelijk meer gassen vrij dan alleen het broeikasgas CO2, zoals stikstofdioxiden, zwaveldioxide en stofdeeltjes (roet). Dit verergert bij stoken bij te lage temperatuur, te weinig zuurstof of een slechte kachel of schoorsteen. Dan ontstaan namelijk meer soorten verbrandingsstoffen die niet alleen slecht zijn voor het milieu, maar ook giftig of kankerverwekkend. Voorbeelden zijn koolmonoxide (CO), teer, polycyclische aromatische koolwaterstoffen PAK's) en zware metalen.

Het is lastig een directe milieuvergelijking te maken tussen het stoken van gas en hout. Gasgebruik levert wel een bijdrage aan het broeikaseffect, maar geeft weinig uitstoot van andere schadelijke stoffen. Vanwege de milieuvervuiling en gezondheidrisico's zijn houtkachels niet geschikt voor huizen in dichtbebouwde gebieden. De kans op overlast voor omwonenden is dan erg groot; de luchtvervuiling zou ook toenemen als veel mensen in zo'n gebied een houtkachel gebruiken.

Voor meer informatie: zie bron