Moet een familielid van een EU-onderdaan een visum aanvragen?

In principe moet een visum aangevraagd worden.

Er zijn wel drie situaties waarin het derdelander-familielid in aanmerking kan komen voor visumvrijstelling of visumfacilitering.

In de eerste situatie geldt vrijstelling van de visumplicht op basis van de Gemeenschappelijke Visuminstructies:
Familieleden van Zwitserse en EU/EER-onderdanen die ingevolge hun nationaliteit visumplichtig zijn en die zich reeds legaal binnen het Schengengebied bevinden op basis van een verblijfsvergunning, zijn reeds vrijgesteld van hun visumplicht op basis van de Gemeenschappelijke Visuminstructies mits zij niet langer dan 90 dagen op Nederlands grondgebied willen verblijven. Als de betreffende familieleden langer dan 90 dagen in Nederland willen blijven, dienen zij een verblijfsvergunning aan te vragen.

In de tweede situatie geldt vrijstelling van de visumplicht op basis van de Richtlijn:
Familieleden van Zwitserse en EU/EER-onderdanen die ingevolge hun nationaliteit visumplichtig zijn en zich buiten het Schengengebied bevinden, zijn vrijgesteld van deze plicht indien zij in het bezit zijn van een geldige EU-verblijfskaart (d.w.z. een verblijfskaart afgegeven door een EU/EER-lidstaat of Zwitserland) met daarop de aantekening “verblijfskaart van een familielid van een EU/EER-onderdaan”. Deze familieleden dienen voor deze vrijstelling wel samen met de EU/EER-onderdaan te reizen of zich bij hem/haar te voegen.

In de derde situatie blijft de visumplicht bestaan maar geldt op basis van de Richtlijn visumfacilitering:
Visumplichtige familieleden die zich buiten het Schengengebied bevinden en in het bezit zijn van een ander geldig EU-verblijfsdocument dan genoemd onder b (d.w.z. zonder aantekening “verblijfskaart van een familielid van een EU/EER-onderdaan”), of die het Schengengebied nog van buiten de EU/EER moeten inreizen, zijn niet vrijgesteld van de visumplicht. Deze groep familieleden kan in bepaalde gevallen aanspraak maken op de versnelde en kosteloze procedure.