mag een burgemeester(?) een opsporingsambteraar bevoegd maken om in tassen van voorbijgangers te laten kijken?

In de Gemeentewet staat nu dat de gemeenteraad een verordening kan aannemen die de burgemeester toestaat een gebied aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied. De Burgemeester kan tot zo'n aanwijzing overgaan bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Binnen deze veiligheidsrisicogebieden kan de officier van justitie gelasten dat preventief gefouilleerd wordt en vervoermiddelen en bagage onderzocht worden op de aanwezigheid van wapens. Dat gebeurt op grond van de artikelen 50, 51 en 52 van de Wet wapens en munitie. In praktijk worden deze handelingen gepleegd door de politie.

In 2014 is artikel 174b aan de Gemeentewet toegevoegd om spoedeisend preventief fouilleren mogelijk te maken. In dat geval hoeft de gemeenteraad niet vooraf in een verordening op te nemen dat de burgemeester toestemming heeft veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen. De burgemeester kan dus zonder machtiging van de gemeenteraad, maar alleen na overleg in de 'driehoek' met het openbaar ministerie en de politie, een veiligheidsrisicogebied aanwijzen als er sprake is van een onvoorziene spoedeisende situatie, die onmiddellijke inzet van preventief fouilleren ter handhaving van de openbare orde rechtvaardigt.

Toegevoegd na 2 uur:
Aanvulling: Volgens genoemde wetgeving kan het fouilleren gebeuren door opsporingsambtenaren. Er wordt op dat punt in de wet geen onderscheid gemaakt tussen algemene opsporingsambtenaren (politie, marechaussee, FIOD e.d.) en buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's zoals boswachters, leerplichtambtenaren, parkeercontroleurs, e.d.). In de praktijk wordt dit in genoemde veiligheidsrisicogebieden uitgevoerd door de politie, maar in theorie kunnen er ook andere opsporingsambtenaren worden ingezet.