Als een gezin, Pa, Ma en 2 kinderen een besluit moet nemen over de vakantiebestemming, b.v. Spanje of Frankrijk, en de voorkeuren zijn verschillend, dan kan er gewoon gestemd worden. Pa en de 2 kinderen willen naar Spanje en Ma naar Frankrijk. Dat is 3 tegen 1 dus ze gaan naar Spanje.
Maar dat is knap vervelend voor Ma, want ze wil naar Frankrijk. Ma kan nu 2 dingen doen: zich voegen in de democratische besluitvorming, of boos worden en zeggen dat dit de "dictatuur van de meerderheid" is. Ze wordt immers gedwongen om mee te gaan naar Spanje, terwijl ze dat niet wil.
In een democratie gebeurt dit vaak. Het kan gebeuren dat een regering besluit om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen, en dat maar 51% van de bevolking (via de 2e kamer) daar vóór is. De tegenstanders zullen nu zeggen, dat dit de dictatuur van de meerderheid is.
Een verstandige regering zal dan ook zoveel mogelijk proberen om een "breed draagvlak" te vinden, voor b.v. nieuwe wetten. 80% vóór is veel beter dan 52% vóór. En als de regering het nog iets verstandiger doet, dan zorgt zij ervoor, dat de minderheid ook nog een beetje tegemoet wordt gekomen. Dan is iedereen nog een klein beetje tevreden.
Overigens is er ook een "dictatuur van de minderheid". Want het kan ook zo zijn dat 80% vóór de aanleg van een snelweg is, maar dat de 20% die er tegen is, de besluitvorming jarenlang kan vertragen.
Een democratie is heel mooi, maar is niet altijd voor iedereen even leuk. Democratie is dus een beetje behelpen, en dat kan ook bijna niet anders. Want er valt geen vorm te bedenken, zodat iedereen altijd tevreden is. Er zullen dus altijd mensen zijn die het hebben over de dictatuur van meerder- of minderheid.