Als er geen testament gemaakt is, dan geldt de wettelijke verdeling.
Dit betekent dat uw huidige echtgenote alles erft, de bezittingen maar ook de eventuele schulden. Uw kinderen krijgen een vordering op uw echtgenote ter grootte van hun kindsdeel, die ze pas kunnen opeisen als uw echtgenote overlijdt of failliet gaat.
Let op:
Als iemand een erfenis krijgt, dan moet hij hier, afhankelijk van zijn relatie met de overledene en de hoogte van zijn erfdeel, erfbelasting over betalen.
Een echtgenoot mag € 603.600 belastingvrij van zijn partner erven.
Een kind mag € 19.114 belastingvrij van zijn vader of moeder erven.
Als de waarde van het erfdeel hoger is dan het vrijgestelde bedrag, dan moet over het bedrag dat hoger is dan de vrijstelling erfbelasting betaald worden.
Uw kinderen erven volgens de wet een niet-opeisbare vordering als u overlijdt. Ze krijgen dus nog niks van de erfenis in handen.
Toch wil de Belastingdienst meteen na uw overlijden de eventueel verschuldigde erfbelasting over de vordering van de kinderen ontvangen. Uw echtgenote moet die erfbelasting voor de kinderen betalen.
Door het maken van een testament kunt u de erfbelasting uitstellen en ervoor zorgen dat die belasting pas betaald hoeft te worden als u en uw echtgenote allebei overleden zijn.