Waarom zijn er in kleine O-Vl. steden vaak minder maatregelen voor fietsers dan in de grootsteden?

De keuze om straten wel of niet autovrij te maken is altijd afhankelijk van veel factoren. Stadsplanologen hebben rekening te houden met veel partijen, niet alleen met de belangen van de fietsers en voetgangers.

In de grote steden komen altijd wel voldoende mensen naar de winkelstraten. Niet alleen de lokale bewoners, maar ook dagjesmensen uit de rest van het land en internationale toeristen. In kleinere plaatsen zijn de winkels veel meer afhankelijk van de lokale en regionale klanten. Als die niet meer met de auto vlakbij de winkels kunnen komen, rijden ze vaak liever naar een andere plaats of naar een buitenwijk voor hun boodschappen. Dat zou de gezelligheid en leefbaarheid van zo'n stadscentrum juist teniet doen omdat er dan steeds meer winkels zullen stoppen of ook verhuizen naar de randen van de stad waar nog wel klanten met auto's kunnen komen.

Als er veel auto's naar een stadscentrum komen en die moeten allemaal betalen om te parkeren, is dat een behoorlijke inkomstenbron voor een stad! Dat geld lopen ze liever niet mis natuurlijk.

Het is ook niet zo eenvoudig als het lijkt om een straat autovrij te maken. Alleen besluiten dat in bepaalde straten geen auto's meer mogen komen is niet genoeg. De rest van de stad moet wel van alle kanten bereikbaar blijven. Juist in kleine steden zijn de drukke winkelstraten van oudsher juist de doorgaande wegen. Sluit je een straat af, dan zal het verkeer dus via andere straten alsnog van A naar B moeten kunnen. Die straten zullen er dan drukker van worden, auto's die voorheen de kortste route namen moeten nu omrijden, dus de totale overlast van auto's en uitlaatgassen neemt in zo'n stad juist toe.

Verder kan ook de opzet van het stadsplan - meestal afhankelijk van de bouwperiode - hebben geleid tot bepaalde keuzes. In grote oude steden zijn vaak smalle straatjes met hoge panden. Uitlaatgassen hebben daar een veel grotere negatieve impact dan in kleine steden met bredere straten en minder bebouwing. Ook geven bredere straten meer mogelijkheden om autoverkeer en voetgangers elk voldoende ruimte te geven.