Heel belangrijk is dat je op dezelfde golflengte zit. Lees je dus in op zijn gebied zodat je weet wat er bedoeld wordt. Niets is zo storend als steeds onderbroken te worden omdat de interviewer geen idee heeft waar die het over heeft. Geef dus aandacht aan het referentiekader van de ander, want dan bereik je meteen al 2 doelen;
De ander kan zijn verhaal kwijt zonder door onderbrekingen gestoord te worden.
je krijgt informatie die je kan gebruiken.
Het referentiekader is de manier waarop de ander iets ervaart, voelt,hoort etc. Als jij een poesje als iets wolligs ziet kan die ander datzelfde poeje wel als iets gevaarlijks zien, omdat hij er wel eens lelijk door gekrabt is.
Laat d ander dus vanuit zijn referentiekader vertellen zonder direct in discussie te gaan omdat jij het anders ziet.
Je geeft aandacht door;
Actief te luisteren.
Samenvatten.
Vragen stellen.
Actief luisteren doe je verbaal en non-verbaal.
Non-verbaal is oogcontact, knikken, gezichtsuitdrukking en lichaamshouding.
Verbaal blijkt uit het zeggen van dingetjes zoals; hm, écht?
oh ja?, toch? Hiermee geef je aan dat je de ander volgt, dat je hem begrijpt en je stimuleert de ander om door te gaan.
Samenvatten doet dit in feite ook. Het is een goed middel om te laten merken dat je luistert want zonder goed te luisteren,kan je nit eens een goede samenvatting maken.
Ook kan je hierdoor checken of je de ander goed begrepen hebt. Een samenvatting maakt ook duidelijk wat er besroken is en wat nog aan de beurt moet komen.
Kijk eens op mijn bron. Daar kom je een hoop te weten.
- Bronnen:
-
https://ai5.wtb.tue.nl/doccontent/vaardigh...