Door het gunstige klimaat, de relatieve politieke rust en de invoering van verbeterde landbouw werktuigen kon gedurende de eerste drie eeuwen van het tweede millennium de bevolking groeien.
Omstreeks 1300 bleek dat er ernstig sprake was van overbevolking. De groei nam af, maar de weerbaarheid van de bevolking nam sneller af en toen de Zwarte Dood rond 1348 Europa bereikte, was de bevolking aan haar overgeleverd. Zo’n 35 tot 50 % overleefde de Zwarte Dood niet. In steden was het nog erger. Florence had in 1338 120000 inwoners, in 1427 nog maar 38000, m.a.w. 60 % overleefde het niet. In Engeland hetzelfde beeld in de steden.
Het eindresultaat van alles was, dat rond 1459 de bevolking van Europa nog maar 40 % was van die van 1300. Dus op het niveau van het jaar 1000. Het niveau van 1300 werd pas weer bereikt rond 1600.
Tenslotte is de Zwarte Dood een verzamelnaam voor ziektes, met als toppers de builenpest en de longpest.
Een goed boek om hierover kennis te krijgen is La Peste (De Pest) van Albert Camus