Van nature zijn we natuurlijk 'hamsteraars', omdat je wellicht genoeg kunt hebben om NU te overleven, maar ook zeker wilt zijn dat je voeldoende hebt om in de toekomst een mindere tijd te kunnen doorstaan. Daarom zijn we nog altijd - zelfs in eeuwigdurende overvloed bijna - geneigd zoveel mogelijk bezittingen te vergaren. Als eekhoorntjes die tien keer zoveel nootjes verstoppen als ze eigenlijk op kunnen.
We leven echter al heel, heel, heel erg lang niet meer in een 'natuurlijke' situatie, en dan komt er al snel een functie bij, die ergens misschien ook wel een evolutionaire verklaring zal hebben maar die minder makkelijk terug te vinden is : status. Meer hebben dan een ander. En niet alleen meer; ook beter, mooier, sneller, harder, langer, duurder, nieuwer, sterker, noem maar op. Vooral in een kapitalistische samenleving als de onze, is status mateloos belangrijk (je moet je zelfs verdedigen als je het NIET na wenst te jagen, zoals ik regelmatig ondervind).
Die ingewortelde behoefte meer te willen dan een ander, is één van de voornaamste redenen dat een communistisch of socialistisch systeem op grote schaal uiteindelijk niet werkt. Some pigs will always be more equal then others. Het grote nadeel ervan is natuurlijk dat het steeds moeilijker wordt tevreden te zijn met wat je hebt, waardoor de link tussen bezit en geluk een steeds kleinere wordt. Je vergeet waar het werkelijk om gaat, omdat er altijd iemand zal zijn die meer heeft dan jij, en blijkbaar is dat voor sommigen zo onverteerbaar dat ze er niet eens aan toekomen hun eigen leven te leiden.