Het liberalisme en het socialisme zijn beide politiek-maatschappelijke stromingen.
Het liberalisme is ontstaan in de Verlichting van de 18e eeuw.Het uitgangspunt is vrijheid van het individu. Dit gaat erg goed samen met de gedachte van de Verlichting. Namelijk zelfverwerkelijking, en individualisme. Deze stroming zegt dat het individu hier zo min mogelijk in belemmerd moet worden.
Om hiervoor te zorgen in de economie moet er een vrije markt zijn waarin de overheid niet veel te zeggen heeft. De overheid moet alleen voorzien in de behoeften die niet door bedrijven kunnen worden voorzien, verder moeten ze rechtsorde handhaven. Voorbeelden zijn, straatlantarens: Bedrijven kunnen niet meten wie er allemaal gebruik van maakt, daarom moet de overheid hier in voorzien. Politie en Justitie is voor orde en recht.
Het eerste kritiek hierop was dat dit een 'het recht van de sterkste' situatie creëerde in de samenleving.
De zwakkere werden uitgebuit door de rijkere.
Een reactie hierop was het socialisme(18e/19e eeuw). Deze staat voor gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. Het socialisme is niet hetzelfde als het communisme(communisme is een stroming binnen het socialisme). Het idee van de socialisten is dat de samenleving maakbaar is. En dat deze (goed) gemaakt moet worden door de overheid. Sociale zekerheid en nivellering zijn typisch socialistisch.
Socialisme is politiek links, en liberalisme rechts. Ze zijn in zoverre verschillend van elkaar dat ze tegenpolen zijn.