Zoals vaker is er in theorie weer meer mogelijk dan de praktijk zal laten zien. Grondwettelijk gezien zou het kunnen, want de grondwet kent niet eens een kabinet maar spreekt alleen over de regering, de ministerraad onder leiding van minister-president. Die regering kan natuurlijk op verschillende manieren gevormd worden. Toen twee jaar geleden de formatie van de coalitie zo moeizaam verliep, werd er wel gezinspeeld op een zakenkabinet: een kabinet waarbij de regering gevormd wordt door niet-politici, maar waarbij de ministers gevraagd worden op basis van hun expertise. Dus niet: een PvdA'er die wel eens een goede minister van financiën zou kunnen zijn, maar "the best man for the job", zonder dat er gekeken wordt naar politieke kleur. In zo'n kabinet zou het heel best mogelijk zijn dat een eerdere minister van financiën aanblijft op basis van het in hem gestelde vertrouwen en een nog lopend beleid. Er zijn ook andere vormen denkbaar, zoals een koninklijk kabinet (waarbij de koning de ministers aanstelt) of een extra-parlementair kabinet, waarbij de tweede kamerfracties veel minder binding hebben met het kabinet, en er geen regeerakkoord, maar een regeerprogramma is.
Maar dat soort 'afwijkende' kabinetten zijn zeldzaam, en sinds de tweede wereldoorlog eigenlijk niet meer voorgekomen. Behalve dan het minderheidskabinet met gedoogsteun van de afgelopen twee (anderhalf) jaar, en ik vermoed dat de Haagse politici niet opnieuw een of ander experiment willen aangaan. Er zal dus getracht worden om gewoon een parlementair meerderheidskabinet te vormen, en daarbij leveren de coalitiepartijen de ministers. Ook dat kán volgens de grondwet wel anders, maar zal niet gebeuren. De normale gang van zaken met zo'n kabinet is dat de regeringspartijen uit hun eigen gelederen de bewindspersonen zoeken. Overigens kan het wél voorkomen dat iemand gevraagd wordt die nog geen lid is van de partij, en die dat dan op het laatste moment moet worden. Dat was twee jaar geleden het geval bij staatssecretaris Veldhuijzen-van Zanten, die is op het laatste moment lid geworden van het CDA om voor het CDA in het kabinet zitting te kunnen nemen. Voor de Jager is er dus alleen hoop op een tweede termijn als het CDA gaat meeregeren, óf als hij besluit om lid te worden van een andere partij, wat niet zomaar zal gebeuren. Daarbij is de vraag of een bewindspersoon na zo'n wisseling nog wel aan kan blijven, omdat het zijn geloofwaardigheid natuurlijk niet ten goede zal komen.