Ljipaai sykjen (kievitseieren zoeken) is een typisch Fries fenomeen. Zo rond half maart kan het eerste ei worden verwacht. Elk voorjaar gaan ongeveer 6500 Friezen de weilanden in om kievitseieren te zoeken.
Eigenlijk is ‘zoeken’ niet de goede benaming, want de Friezen mogen per jaar per persoon vijftien eieren meenemen. Dat rapen van de eieren is een ware prestigestrijd. De Fries die namelijk in het voorjaar het eerste kievitsei vindt en raapt vergaard eeuwige roem. De gelukkige vinder geeft het eerste ei traditiegetrouw aan de Commissaris van de Koningin.
De Commissaris keurt het ei dan door het in een bak met water te leggen. Als het ei drijft is het bewijs geleverd dat het een vers ei is en krijgt de vinder de 'Sulveren Ljip’ (Zilveren Kievit) een ereteken dat door het Provinciaal Bestuur wordt geschonken. De Commissaris eet het ei overigens altijd op. Ook alle 31 burgemeesters ontvangen een ’earste ljipaai’. Wil iemand in Friesland eierzoeken en rapen dan moet men een eierzoekkaart/nazorgpas in zijn bezit hebben.
Zelf kom ik uit Friesland en in het voorjaar werd je altijd aangestoken door je vrienden om te gaan zoeken. Het bloed begon te kriebelen. Zie het als folklore en traditie. Overigens "zochten" (beter is raapten) we alle soorten eieren, zoals van de grutto maar vooral eendeneieren. Met deze laatste moet je echte oppassen, ze vertonen sporen of bacillen van tyfus of salmonella. We moesten ze minstens tien minuten laten koken.