Kink betekent 'draai, kronkel'. Van Dale (2005) noemt het een scheepsterm in de betekenis "valse draai of slag in een kabel of touw". Als er zo'n valse draai in een kabel zat, kon de kabel niet gevierd worden; hij bleef steken. Het woord kink zit ook in kinkhoorn, een bepaald schelpdier, dat zo genoemd is vanwege de gedraaide hoorn van de schelp.
Kink is volgens het Etymologisch woordenboek van Van Dale (1997) verwant met konkel, dat ook 'draai, slag in een touw' kon betekenen, en dat de basis is geweest voor het werkwoord konkelen ('oneerlijk zijn, kwaadspreken'). Het Woordenboek der Nederlandsche Taal geeft de zegswijze in de konkels zitten: 'in moeilijkheden verkeren'
- Bronnen:
-
http://www.onzetaal.nl/advies/kink.php