Het blijkt weer wat ingewikkelder te zijn:
De punt komt binnen het aanhalingsteken te staan, als hij hoort bij het citaat of bij de directe rede die als geheel binnen de aanhalingstekens geplaatst worden. Bijvoorbeeld:
(1) Zij antwoordde: 'Ik denk niet dat ik nog langer met je om wil gaan.'
Hoort echter de punt niet bij het deel dat tussen aanhalingstekens staat, dan wordt hij geplaatst na het aanhalingsteken. Bijvoorbeeld:
(2) Zij fluisterde iets van 'eeuwig trouw' en 'altijd blijven houden van'.
Als vuistregel kun je stellen dat bij het citeren van een hele zin of hele zinnen de punt binnen de aanhalingstekens komt, terwijl je hem bij het citeren van delen van zinnen erbuiten plaatst.
Wat doen we als de regels leiden tot meer dan twee leestekens na elkaar? In zin (1) hoort er na het laatste aanhalingsteken eigenlijk nog een punt te volgen. Immers, de eerste punt sluit alleen het citaat af; de tweede punt de gehele zin. Toch plaatsen we die tweede punt niet. Het principe is dat we bij voorkeur niet drie of meer leestekens op elkaar laten volgen. Op dit principe bestaan echter uitzonderingen.
In de volgende zin kan het vraagteken duidelijk niet gemist worden:
(3) 'Heb je dat boek al gelezen?', vroeg hij.
Hier nemen we voor lief dat er wél drie leestekens naast elkaar staan. Sommige schrijvers vinden die opeenhoping van leestekens zo lelijk dat ze de komma weghalen ('Heb je dat boek al gelezen?' vroeg hij.).
- Bronnen:
-
http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/872/