Is het "wij plaatstten" of "wij plaatsten" ?

Ik zelf zeg persoonsvorm in verleden tijd, dan kijk ik naar het infinitief , dat is plaatsen, je hoort al een t dus plak je er nog 1 aan vast.
Je zou dus zeggen " wij plaatstten "

Iemand?

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

in: Taal

3K keer bekeken

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

Als je er één t aan vast had geplakt, was het juist geweest, maar je hebt er twee aan vastgeplakt. Het moet dus zijn: wij plaatsten.

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

Je zegt zelf, je hoort al een t, maar dat is plaa t sen, niet plaats t en, zoals jij het zegt dat zou er bij plaa tt sen een extra t komen. zie je?

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

Het kwam er helaas niet zo goed te staan, maar ik hoop dat je begrijpt wat ik bedoel.

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

het is wij plaatsten
om verledentijd in het meervoud van een ww te vinden moet je ik-vorm (1e vorm enkelvoud)+ten (als de laatste letter voor en van de infinitief (boekvorm, hele ww) in 't sexyfokschaap zit) of den (als dat niet zo is)
VB
(ik) plaats + ten (plaatSen -> s zit in 't sexyfokschaap)= wij plaatsten
ik gebruik zelf het liefst 't sexyfokschaap omdat x ook er bij deze letters hoort, maar niet in 't kofschip zit.

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

wat ik heb opgeschreven is alleen voor regelmatige ww-en
er bestaan ook nog vervelende ww-en zo als eten (at(en)) en schrijven (schreef/schreven)

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Antwoorden (3)

Het is "wij plaatsten". En dat is gewoon vanwege het feit dat het in tegenwoordige tijd "plaatsen" is. Dus er kan geen verwarring optreden, het verschil tussen tegenwoordige en verleden tijd is duidelijk.

Toegevoegd na 7 minuten:
Waar die extra T wél moet worden toegepast is bijvoorbeeld bij het werkwoord stoten. Wanneer de ik-vorm al op een T eindigt, komt er een extra T bij in de verleden tijd. Ik plaats heeft een S als laatste letter.

(Lees meer...)

Amadea

11 jaar geleden

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

Het criterium is niet of er verwarring op kan treden. Het gaat erom dat derde persoon meervoud in verleden tijd stam +ten krijgt. De stam van plaatsen is plaats, dus plaatsten voor derde persoon.

In de verleden tijd plak je aan de ik vorm er te(n) of de(n) aan vast. Met plaatsen (hele werkwoord) is de ik vorm plaats.
Dus: ik plaats + ten = plaatsten.

Dat ik vorm + te(n) of de(n) kan je bij alle werkwoorden toepassen.

(Lees meer...)

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

Neem eerst eens het hele werkwoord;
plaatsen................Om de stam te krijgen haal je de -en- van het woord af. de laatste letter is dan een -s-.
- plaatS
Ik plaats, jij plaatst, hij plaatst en plaats je/jij
want alleen de stam bij - ik- en bij het ww. indien je ERACHTER staat of jij en je kunt het in elkaar veranderen.
Dus plaats je (of jij)...
De tegenwoordige tijd is ;' wij plaatsen...'.
De verleden tijd is ; ' wij plaatsten....'.

Neem nu eens het woord -haasten-. Hier zit de 't'op het eind als we -en- eraf halen om de stam te krijgen.
- haasT-.
Ik haast me, jij haast je, wij haasten ons.
Bij de verleden tijd zetten we er 'te' of ' ten' achter.
In dat geval wordt het dan ; ik haastte me en wij haastten ons.

(Lees meer...)

amc

11 jaar geleden

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

Duidelijke uitleg vooral omdat je er een ander voorbeeld bij hebt gehaald dat om een t eindigd +

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500