Vrouwen verbleven in de middeleeuwen en daarvoor, het meeste van hun tijd onder andere vrouwen, ook als ze 'getrouwd' waren. Dus ook hun hygiënische verzorging was een vrouwenzaak.
Een vrouw die in de menstruatie was gebruikte toen waarschijnlijk al linnen doeken of lappen van dierenhuid om het ergste ongemak op te vangen waarbij ze geholpen werd door uitsluitend de vrouwen waarbij zij hoorde. Ook bij geboorten van kinderen was zij van die vrouwen afhankelijk.
Dat gebeurd nu nog in allerlei landen waar mensen, primitief of niet,
nog in stammenverband leven of bepaalde religies aanhangen.
In veel religies is de vrouw een 'onreine' zodra ze menstrueert. Dan is ze voor haar echtgenoot door de 'duivel bezeten'. Zo was dat ook in de middeleeuwen al werd daar dan anders tegenaan gekeken. De man was vaak langere tijd van huis voor de jacht of om oorlog te voeren.
Daarom trokken vrouwen zich toen terug als ze aan voelden komen dat hun periode er aan zat te komen. Ze werden dan opgevangen door andere vrouwen die zich dan over hen ontfermden.
Overigens liepen vrouwen in die tijd vaak allerlei infecties op die soms ook een dodelijke afloop hadden. De persoonlijke hygiëne was niet al te best wat voor allerlei ziekten zorgde. Allerlei geslachtsziekten waarvan men toen geen weet had werden gemakkelijk overgedragen.