Een van de grootste invloeden was het graan in het oostzeegebied. Hollandse schepen gingen naar estland letland, rusland. Waar het graan heel goedkoop was. Dt stelde nederlandse boeren in staat om zich te specialiseren in ander gewassen, wat op zijn beurt weer de bevolking deed groeien. De VOC was ook van groot belang. De Nederlandse regenten hadden de VOC het recht gegeven om kazernes te bouwen. Dit deden ze om andere landen ( engeland, frankrijk) buiten te kunnen houden en zo een handelsmonopoly op te zetten. Toen werden alle producten naar amsterdam gebracht. Waar ze werden opgeslagen in grote pakhuizen vanwaar ze werden doorgevoerd naar de rest van europa. Amsterdam was een STAPELMARKT. De republiek werd rijker. Hierbij moet je vooral denken aan de hollandse koopmannen. De boeren in groningen merkten maar weinig van de rijkdom van de republiek. Ik hoop dat dit je vraag beantwoordt en veel succes met je opdracht