Gasvorming heeft te maken met de onverteerbare stoffen in voedsel. Verschillen komen niet alleen door wat je eet, maar kunnen ook komen doordat de maag van de ene persoon stoffen beter verteert dan de maag van de ander; en dat kan ook van tijd tot tijd verschillen.
Er zijn voedselsoorten waar veel mensen last van hebben, zoals bonen, kool, ui, maar het verschilt per persoon, en er zijn ook dingen waar bijna niemand last van heeft en een paar mensen wel. Het is zinvol op te letten wat je eet op de dagen dat je er last van hebt, om een verband te ontdekken.
Als je het krijgt door bonen en andere peulvruchten, kan je gelukkig een paar dingen doen om het enorm te verminderen:
- Ze laten weken vóór het koken
- Het weekvocht afspoelen voor je ze kookt, en het kookvocht na het koken er afspoelen. Een groot deel van de onverteerbare eiwitten zitten in het week- en kookwater, dus als je zorgt dat je dat water niet op je bord krijgt, scheelt al veel.
- Bonenkruid erbij doen als je ze kookt. Dit zorgt dat nog meer van die onverteerbare eiwitten uit de peulvrucht gaan en in het water terecht komen. Asafoetida kan ook helpen als je geen bonenkruid hebt.
- Het schuim dat tijdens het koken ontstaat wegscheppen, hier zitten veel van die onverteerbare eiwitten in. (Als je daarmee per ongeluk ook het bonenkruid wegschept, kan je het schuim in een zeef gooien en wegspoelen, de bonenkruid blijft dan vaak in de zeef en kan je terug in de pan gooien.)
- Ze extra lang koken; of bij peulvruchten uit blik (die niet gekookt hoeven te worden) ze toch even 10 minuten koken.