De belangrijkste veranderingen in de DSM-5 zijn:
•Het assenstelsel waarlangs de verschillende diagnoses in DSM-IV werden gerubriceerd, is verdwenen.
•De DSM-5 kent drie secties. Sectie 1 geeft uitleg over de gebruikte indeling. Sectie 2 omvat twintig hoofdcategorieën met diagnoses, zoals ‘ Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen’, ‘Bipolaire en gerelateerde stoornissen’ en ‘Depressieve stoornissen’, etcetera. De derde sectie bevat classificaties die (nog) niet zijn opgenomen in sectie 2, zoals internet gaming disorder en non suicidal self-injury. De samenstellers vinden dat meer onderzoek nodig is, voordat deze zijn te kwalificeren als aparte diagnoses.
•Bij elke diagnose moet worden nagegaan welke ‘instandhoudende factoren’ aanwezig zijn: ◦is de patiënt syntoon of dystoon, dat wil zeggen heeft hij ziekte-inzicht en motivatie?
◦is er sprake van comorbiditeit en suïcidaliteit?
◦wat is de invloed van leeftijd, geslacht en cultuur?
◦hoe hoog is de lijdensdruk, te scoren op een schaal 0-3 volgens de ‘severity index of impairment’.
•DSM-5 kent geen not otherwise specified (NOS)-diagnoses meer: PDD-NOS verdwijnt dus.
•Er zijn zogenaamde risico-syndromen toegevoegd aan de DSM-5