De galblaas *produceert* geen gal, maar dient slechts als tijdelijke opslagplaats ervoor. De LEVER produceert gal. Zonder lever kunnen we niet leven. Bij mensen met aangeboren afwijkingen aan de galwegen, of een progressieve vermindering van de functie hiervan (er zijn erfelijke ziekten die dit kunnen veroorzaken, ik weet even de namen niet uit mijn hoofd) zou een verwijdering van de galblaas dus absoluut geen oplossing geven. Het gal zal toch afgevoerd moeten worden. Gebeurt dit niet, dan ontstaat er leverschade en is uiteindelijk een levertransplantatie nog de enige behandeling die het leven de patiënt kan redden. Soms kan een obstructie van de galwegen worden opgelost door bijvoorbeeld het plaatsen van een stent, maar soms het extern afvoeren van de galsappen de enige oplossing: een stoma.
Een galstoma wordt ook wel leverstoma genoemd. Net als een stoma op de dikke darm wel een stoma voor ontlasting genoemd kan worden en we bij een urostoma volgens Bricker (waarbij de ureters in een stukje dunne darm worden gehecht en de urine via dat darmstukje naar buiten wordt geleid) niet spreken van een “blaasstoma” omdat de blaas hier niet bij betrokken is: we noemen een stoma vaak naar datgene wat het afvoert. In het geval van een leverstoma wordt het gal afgevoerd: een galstoma dus.
Toegevoegd na 32 minuten:
Bij het herlezen van je vraag valt het me pas op dat je in de beschrijving uitgaat van een onjuiste vooronderstelling, die je denkfout begrijpelijk maakt: ja schrijft dat mensen die een galstoma krijgen, problemen hebben met hun galBLAAS. Dat klopt niet: deze mensen hebben problemen met hun galWEGEN. Die functioneren niet, of zijn verstopt of ontbreken zelfs geheel door een aanlegfout. Dan heeft het geen zin om enkel de tijdelijke tussenstop van het gal in de galblaas over te slaan.