De belangrijkste brandstof van je lichaam tijdens lichaamsbeweging is glycoceen (een afgebroken vorm van koolhydraten die opgeslagen is in je spieren en in je lever).
Overigens wordt er met vetverbranding niet bedoeld dat je daar sneller van afvalt, maar er wordt mee bedoeld dat het lichaam vet als brandstof gebruikt. Het lichaam heeft namelijk als brandstofvoorraad een grote hoeveelheid vet, meer dan koolhydraten, maar de snelheid waarmee dat omgezet wordt in brandstof is te langzaam voor sporten met een hoge intensiteit.
Je verliest eerst wat vocht. Vervolgens ga je suikers (koolhydraten) verbranden. Het vet wat al opgeslagen is, komt nauwelijks in aanmerking, daarvoor moet je heel veel sporten en minder en anders gaan eten.