De dendriet met axon vormen een cel.
De uitlopers bevatten veel K+ ionen.
De negatieve ionen spelen hier eigenlijk nauwelijks een rol, het spanningverschil tussen K+ in de dendriet)en Na +
(voornamelijk buiten de dendriet) zorgen voor de prikkelgeleiding.
De bijzondere opbouw van deze zenuwcellen en de daaromheen liggende isolatoren (myelium van Schwann) die als een soort worstjes om de lange uitloper heenliggen , zorgen er voor dat een zenuwcel meerdere prikkelpulsen achter elkaar kan geleiden( op enige afstand in de zenuwcel)
Omdat de eerder genoemde Na en K -ionen hierin een hoofdrol spelen en deze lading gecompenseerd word door kationen in de vloeistof daaromheen zijn er even veel kationen als anionen en is de resultante lading in het gehele weefsel dus neutraal.
Als je zenuwcellen langdurig sterk belast, gaan ze prikkels minder goed geleiden, een techniek die gebruikt wordt bij pijnbestrijding (TENS)
De impulsen gaan dus zowel in de cel als om de, isolatoren heen . De openingen tussen de isolatoren zorgen er voor dat de spanningval door het verschil in K+/Na+ verhouding binnen en buiten de cel in stand blijft (K+pomp)omdat anders na enige prikkels het verschil in concentratie K+ ionen binnen en buiten de zenuwcel opgeheven zou zijn.