Beenmerg is de bloedfabriek van ons lichaam. Het is een weefsel dat sterk lijkt op bloed. Het bevindt zich in de holle beenderen van ons lichaam, zoals in het bekken en het borstbeen. In dat beenmerg zitten de moedercellen of stamcellen, zeg maar de voorlopercellen van alle bloedcellen in ons bloed. We hebben drie soorten bloedcellen: de witte bloedcellen, de rode bloedcellen en de bloedplaatjes. Elk hebben ze hun eigen functie.
Met de huidige techniek wordt bij de donor onder algemene verdoving beenmerg opgezogen uit de bekkenbeenderen. (Men spreekt hier wel duidelijk over beenmerg en niet over ruggemerg). De hoeveelheid beenmerg die wordt opgezogen vertegenwoordigt slechts 5% van de eigen beenmergreserve van de donor en groeit binnen een paar dagen opnieuw aan. Na uitzuivering wordt het beenmerg zoals een eenvoudige transfusie aan de zieke toegediend; de stamcellen zoeken op eigen houtje onmiddellijk de beenmergholten op, waar ze thuishoren.
Deze techniek, waarbij beenmerg van een gezonde donor wordt overgeplant naar een patiënt, noemt men allogene beenmergtransplantatie. De donor ondervindt van de hele ingreep weinig hinder. Meestal is een kortstondige pijn en tijdelijke stijfheid over de prikplaatsen het enige hinderlijke gevoel. Als alles naar wens verloopt, zal na een 10 tot 14 dagen bij de patiënt het donorbeenmerg aanslaan.
- Bronnen:
-
http://www.mdpb.be/NL/Beenmerg/WatisBeenmerg/
-
http://www.uzleuven.be/sofhea#Hoewordikdonor