Als kind had ik een hele dikke wrat. Ik fietste op een dag in het park, kwam een man tegen en ik reed tegen een hek aan, de wrat ging bloeden. De man zag dit en vertelde me dat als ik thuis kwam, ik een papje van zout en water moest maken en er meerdere malen per dag op de wrat moest gaan smeren. Na een week of drie was de wrat weg en is ook nooit meer teruggekomen.