Huizen, flats, appartementen zijn onroerende goederen die een (koop)waarde hebben die in de tijd flexibel kan stijgen, dalen of gelijk blijven.
De waarde van een onroerend goed hangt ook van veel factoren af: Nieuwbouw, bestaande bouw, onderhoudsstaat, ligging, inhoud, comfort, eigen grond, erfpacht.... en ga zo maar door.
Huizen hebben veelal een hogere waarde dan appartementen. Appartementen hebben ook een beetje een bijzondere positie in de woningmarkt omdat ze deel uit maken van een groter gebouw dat een gemeenschappelijke woonfunctie heeft.
Dit maakt dat een appartement bezitter meer afhankelijk is van zijn mede appartement bezitters in het zelfde complex voor wat betreft het totale onderhoud van het complex.
Het onderhoud van het gehele complex moet gedragen worden door een (verplichte) VVE, vereniging van eigenaren die allemaal verplicht een door het bestuur vastgestelde maandelijkse bijdrage moeten betalen.
En vaak wordt daar niet aan voldaan. Gevolg is verpaupering van het complex, vaak wisselende bewoners (appartementen worden vaker verkocht)
wat de waarde van het geheel snel naar beneden haalt.
Een flatgebouw heeft doorgaans om die reden een kortere levensduur (30 tot 50 jaar) dan op zichzelf staande woningen waarvan iedere eigenaar zelf verantwoordelijk is voor de staat en het onderhoud van zijn bezit.
Appartementencomplexen staan vaak ook niet op eigen grond maar op erfpacht grond van de gemeente.
Als op een gegeven moment een flatgebouw rijp voor de sloop is dan moeten de nog zittende appartementseigenaren hun bezit opgeven.
Dat gebeurd meestal door onteigening door de gemeente in samenwerking met eventueel een projectontwikkelaar die een belang heeft.
De gemeente kan dan via de wetten -onteigening en -voorkeursrecht het complex als sloop object opkopen en de nog zittende appartementseigenaren schadeloos stellen. Daarbij wordt gekeken naar de aankoopprijs waarvoor het appartement door de eigenaar gekocht is en hoelang de eigenaar het in bezit heeft (via het kadaster).
Er wordt rekening gehouden met de geldende WOZ waarde en 'n fictieve marktwaarde. Als er in het appartement (onlangs) grote verbeteringen zijn aangebracht, zoals 'n nieuwe keuken of badkamer dan wordt dat meegewogen.
Verder wordt, indien noodzakelijk, een verhuissubsidie toegekend.
Als door de ex appartementseigenaar geen ander huis of appartement meer gekocht kan worden, dan moet de gemeente tevens voor vervangende huurruimte zorgen.