Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe werkt peildatumarbitragen in box 3 precies?

Stel iemand heeft op 1 december 2023 een effectenportefeuille van 200.000 en een banksaldo van 200.000. Op 1 december 2023 verkoopt hij 100.000 effecten waardoor zijn banksaldo groeit tot 300.000. De effecten zijn op peildatum 1 januari 2024 aangegroeid 150.000. Op 1 februari 2024 koopt hij voor 100.000 effecten zodat zijn saldo effecten 250.000 bedraagt en zijn banksaldo weer 200.000 bedraagt. Hoe gaat de berekening nu in zijn werk bij toepassing van artikel 5.24 Wet IB. Deze luidt:
"Indien aan het begin van het kalenderjaar (peildatum) de waarde van de overige bezittingen, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, van de belastingplichtige als gevolg van zijn handelingen lager is dan de hoogste waarde van zijn overige bezittingen in een aaneengesloten periode van drie maanden die aanvangt voor en eindigt na die peildatum, en tevens op die peildatum de waarde van de banktegoeden, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, van de belastingplichtige als gevolg van zijn handelingen hoger is dan de laagste waarde van zijn banktegoeden in die periode, worden die handelingen voor de toepassing van artikel 5.2 geacht niet te hebben plaatsgevonden, voor zover zowel de waarde van zijn overige bezittingen op enig na die peildatum gelegen moment in die periode hoger is dan de waarde van zijn overige bezittingen op die peildatum als de waarde van zijn banktegoeden op enig na die peildatum gelegen moment in die periode lager is dan de waarde van zijn banktegoeden op die peildatum."

7 maanden geleden
1K
ronron1212
7 maanden geleden
De peil datum is altijd 1 januari van het jaar waarover aangifte wordt gedaan.
tinus1969
7 maanden geleden
Je maakt het jezelf te complex door die waardestijging vd effecten. Die doet hier niet toe.
Het gaat er om, dat je niet de extra heffing op effecten kunt vermijden door vlak voor de peildatum die effecten even om te zetten in cash.
erotisi
7 maanden geleden
Ja dat weet ik. Ik zou tot de volgende berekening komen:
saldo op peildatum is banksaldo 300.000 en effecten is 150.000. Fictief rendement is dan afgerond 0,01% x
300.000 = 30 + 6,17% x 150.000 = 9.255 is totaal 9.285.
Na toepassing van art. 5.24 wordt het :
De verkoop van 100.000 wordt genegeerd voor zover de waarde van effecten voor 1 maart 2024, stel 250.000, hoger is dan 150.000 en voor zover het banksaldo van 200.000 voor 1 maart 2024 lager is dan 300.000. Dat heeft tot gevolg dat de herberekening wordt:
Banksaldo 200.000 x 0,01% = 20 + effecten 250.00 x 6,17% = 15.425 = 15.445. Maar of dit klopt weet ik niet. De vraag is nu ook hoe de berekening zou gaan indien het banksaldo is gestegen door andere stortingen tot 1 maart 2024 naar 250.000. Ik denk dat dan dezelfde uitkomst is omdat het gaat om het laagste bedrag.
erotisi
7 maanden geleden
Maar stel de waarde van het banksaldo is door betalingen, bijv. aankoop auto, gedaald voor 1 maart 2024 tot 50.000 en de effecten zijn door koersstijgingen gestegen naar 225.000. Is er dan ook nog een correctie ogv dat artikel?
ronron1212
7 maanden geleden
Het is en blijft 1 januari van het jaar van aangifte wat er tussendoor gebeurt doet er niet toe.
Cryofiel
7 maanden geleden
@ronron1212, dat doet er dus WEL toe. Dat is nu precies het punt van de peildatumarbitrage...
tinus1969
7 maanden geleden
Erotisi, waarom zouden ‘aankoop auto, en koersstijgingen effecten hier invloed op hebben? Je maakt het nodeloos ingewikkeld.
Het is heel clean; als je eerst voor 100.000 aan effecten verkoopt en daarna 100.000 terugkoopt, is de correctie 100.000.
erotisi
7 maanden geleden
Tinus, ik begrijp dat dat de strekking van de bepaling is. Maar ik wil juist de situatie complex maken om te kijken hoe clean de bepaling is. Daarom nog een situatie: 1 dec. 2023: 200.000 Effect en 200.000 Bank
15 dec 2023: 100.000 effect (door verkoop) en 300.000 bank
1 jan 2024 (peildatum): 150.000 effecten (door koersstijging) en 300.000 bank.
1 feb 2024 225.000 effecten (aangroei) en 50.000 bank (afname door aanschaf auto van 250.000)
28 feb 2024 275.000 (aankoop 50.000) en 90.000 bank (door storting salaris van 90.000 en aankoop effecten van 50.000). Hoe is de uitwerking dan? Zie onderstaande reactie voor vervolg
erotisi
7 maanden geleden
De bepaling kan worden opgesplitst in een aantal voorwaarden/vragen (hierbij is periode van 1 dec 2023 tot 1 maart 2024) 1) Is het saldo van de effecten op peildatum lager dan in periode?
2) Is het banksaldo op peildatum hoger dan in periode?
3) Welke handelingen zijn in periode verricht in periode?
4) Hoeveel is de waarde van effecten vanaf peildatum hoger?
5) Hoeveel is de waarde banksaldo vanaf peildatum lager? Het voorbeeld laat zich dan als volgt uitwerken
1) Ja
2) Ja
3) Effecten: aankoop + 50.000 en verkoop -/- 100.000. Per saldo -/- 50.000
Bank : aankoop effecten -/-50.000 en aankoop auto -/- 200.000 en verkoop effecten + 100.000. Per saldo -/- 150.000
4) Waarde effecten zijn vanaf peildatum 125.000 hoger
5) Banksaldo is vanaf peildatum 210.000 lager. Conclusie: De handelingen van 3 worden voor de waarden van 4 en 5 buiten beschouwing gelaten. Dwz: Effecten worden niet (3 is immers lager dan 4) en het banksaldo hierdoor eveneens niet gewijzigd op peildatum????
erotisi
7 maanden geleden
En dan natuurlijk nog de vraag hoe de Belastingdienst dat kan controleren en berekenen. Krijgen zij dan ook nog meer gegevens dan alleen van peildatum door? Hoe werkt dat dan?

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef als eerste antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding