Er werden voor elke seconde 24 beeldjes gefotografeerd, telkens iets verschoven zodat er een vloeiende bewering ontstaat. Ze maakten gebruik van over elkaar heen liggende doorzichtige sheets zodat bv de achtergrond maar 1 keer hoeft te worden getekend en figuren tov de achtergrond werden vastgelegd. Daarna spreken acteurs de tekst synchroon in.