Hoe weten de makers van een progamma op tv hoeveel kijkers er zijn?

Kijkcijfers zijn een belangrijke leidraad in tv-land. Immers: een programma met lage kijkcijfers is volgens de kijker kennelijk niet leuk. Een programma met een hoog kijkcijfer juist wel. Maar hoe worden die cijfers dan opgesteld?

Het antwoord
Sinds 2002 stelt de Stichting KijkOnderzoek (SKO) de kijkcijfers op. De SKO maakt voor het meten van de kijkcijfers gebruik van de diensten van ongeveer 2.800 Nederlanders die zijn verdeeld over 1.245 gezinnen. Samen vormen die mensen een representatieve groep: ze zijn een weerspiegeling van heel Nederland, qua afkomst, inkomen en andere demografische gegevens.

In de huizen van deze gezinnen zijn aan iedere tv en aan iedere andere mogelijkheid om tv te kijken (dvd-spelers, harddiskrecorders, videorecorders, enzovoort) meetkastjes gekoppeld. Die kastjes houden per seconde bij wat er op de tv gebeurt en registreren de zender, het tijdstip én wanneer er werd gezapt.

Zapgedrag
Alle leden van de gezinnen die horen tot de meetgroep, hebben op hun beurt een eigen inlogcode waarmee ze zich op die kastjes kunnen aanmelden. Zodra moeder met haar code de tv bedient en kijkt naar Oprah Winfrey, wordt dat ook als dusdanig opgeslagen.

Zodra vader vervolgens naar Top gear zapt, wordt ook dat geregistreerd. Als zoonlief op zijn eigen tv (met eigen meetkastje) naar MTV zapt, wordt ook dat apart opgeslagen. En als er meer mensen kijken naar hetzelfde programma (ook gasten), geven ze dat middels hun eigen inlogcode aan. Dat gebeurt bij al die 2.800 mensen.

Spanning
Op deze manier krijgt de SKO per type kijker een overzicht van welk programma wordt bekeken. Iedere nacht wordt het kijkgedrag van de panelleden digitaal naar de SKO verzonden en geanalyseerd. Iedere ochtend vanaf half 8 zijn de kijkcijfers beschikbaar. Dan kijken er weer héél veel presentatoren en programmamakers vol spanning naar wat hun harde werk heeft opgeleverd...