De aardlekschakelaar in de meterkast is feitelijk een twee-in-één schakelaar. De naam komt van de beveiliging tegen aardlekstroom, maar hij beveiligd ook tegen overstroom.
Aardlekstroom,
De waarde van de aardlekschakelaar is meestal 30mA. Deze schakelaar controleert of alle stroom die naar jouw apparaten gaat ook werkelijk weer terugkomen. Als dat niet zo is dan “lekt” er ergens iets weg. Als je pech hebt dus via jouw lichaam.
Zowel je koelkast als je magnetron kunnen dus bij elkaar – of één van beide alleen! – deze waarde overschrijden waardoor deze afslaat. Er is dan echt iets mis.
Overstroom,
Daarmee wordt een te groot vermogen, maar ook kortsluiting bedoeld.
De tweede functie van de “aardlekschakelaar” is de beveiliging tegen te grote afgenomen stromen. Deze waarde is meestal 16A dat hier overeenkomt met 3500Watt.
Jouw magnetron is 1300W en koelkast zo’n 100W als ie aanslaat. Dat is bij elkaar slechts 1400W. Dan staan er mogelijk in een andere kamer – die op dezelfde groep zit – apparaten die ook flink wat stroom afnemen. Ook dan kan de “aardlekschakelaar” afschakelen.
Toegevoegd na 1 uur:
Ik ben uitgegaan van een bepaald type aardlekschakelaar. Aardlekschakelaars zijn te herkennen aan het “testknopje”.
Er zijn ook zekering-automaten. die zien er ongeveer net zo uit, maar hebben dat testknopje dus niet. In die gevallen – evenals in “ouderwetse” stoppenkasten (smeltpatronen) – is er als het goed is een aparte aardlekschakelaar vóór geplaatst. Meestal ter beveiliging van meerdere groepen tegelijk. Bij deze laatste combinatie is natuurlijk wel makkelijker te constateren wat de reden van afschakelen is.