Bron: © Canva. De AIVD breidt zijn activiteiten uit.
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) verschuift zijn aandacht steeds nadrukkelijker van traditionele staatsveiligheid naar de bestrijding van georganiseerde misdaad. Waar de dienst zich jarenlang richtte op terrorisme, spionage en radicalisering, staan nu ook criminele netwerken zoals die rond Ridouan Taghi hoog op de radar.
Die koerswijziging roept vragen op over de grenzen van de inlichtingendienst en het toezicht daarop.
Van Koude Oorlog tot cyberdreiging
De AIVD is in 2002 ontstaan uit de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). De dienst heeft als wettelijke taak het beschermen van de nationale veiligheid door dreigingen tijdig te signaleren. In de Koude Oorlog lag de nadruk op het monitoren van communistische invloeden en spionage door bijvoorbeeld de Sovjet-Unie. Na 9/11 verschoof de focus sterk naar jihadistisch terrorisme, later gevolgd door aandacht voor rechtsextremisme, cyberdreigingen en buitenlandse inmenging.
Lees verder onder de video >>
Overlap tussen ondermijnende criminaliteit en staatsveiligheid
De laatste jaren ziet de AIVD steeds meer overlap tussen ondermijnende criminaliteit en de staatsveiligheid. Criminele netwerken zijn niet alleen gevaarlijk vanwege drugshandel of liquidaties, maar ook doordat ze politiemensen, ambtenaren en advocaten weten te beïnvloeden of te infiltreren. Daarmee raken ze de fundamenten van de rechtsstaat.
De zaak-Shukrula als lakmoesproef
De arrestatie van advocaat Vito Shukrula, de derde advocaat in de omgeving van Ridouan Taghi die in beeld komt bij justitie, onderstreept die zorg. Volgens het Openbaar Ministerie zou hij betrokken zijn bij het doorspelen van vertrouwelijke informatie en het faciliteren van criminele communicatie. De AIVD speelt mogelijk een rol bij het aanleveren van inlichtingen in zulke zaken, al blijft dat in veel gevallen geheim.
Advocaten zijn kritisch
Dat roept zorgen op binnen de advocatuur. De kern van het beroep is immers het beroepsgeheim, het vertrouwen tussen cliënt en raadsman. Als de AIVD advocaten mag volgen, afluisteren of zelfs infiltreren, wat blijft er dan over van dat grondrecht? De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) is kritisch. In een verklaring stelt de beroepsorganisatie: “Het fundamentele recht op verdediging mag niet worden uitgehold door inlichtingenoptreden zonder onafhankelijke toetsing.” Ook journalisten maken zich zorgen, omdat de scheidslijn tussen legitiem onderzoek en het schenden van bronbescherming steeds vager wordt.
Geen wet zonder controle
De AIVD opereert op basis van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv). Sinds 2017, na een fel bediscussieerd referendum, gelden strengere regels voor het verzamelen van data, zoals de verplichting tot voorafgaande toetsing door de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Toch blijft de AIVD grotendeels buiten het zicht van het publiek. Alleen de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) mag achter de schermen meekijken.
Scherper toezicht
Critici vinden dat onvoldoende. Het inmiddels vertrokken kamerlid Pieter Omtzigt pleitte al langer voor scherper toezicht op inlichtingendiensten, met name nu hun takenpakket zich uitbreidt. “Zonder stevige controlemechanismen ontstaat het risico dat burgers en beroepsgroepen zoals advocaten onterecht in het vizier komen”, aldus Omtzigt nog tijdens een recent Kamerdebat.
Nieuwe risico’s, nieuwe grenzen?
Voorstanders van de nieuwe koers wijzen erop dat criminele netwerken steeds internationaler, technologischer en gewelddadiger opereren. De AIVD is bij uitstek toegerust om dit soort dreigingen vroegtijdig te signaleren, met toegang tot buitenlandse informatie, afluistercapaciteit en infiltratiemethoden. Samenwerking met politie, het OM en buitenlandse diensten wordt daarbij steeds intensiever.
Bronnen blijven geheim
Maar die kracht is ook een risico. Zonder publieke controle is het lastig te toetsen of de AIVD haar bevoegdheden proportioneel inzet. Wanneer bijvoorbeeld metadata of signal intelligence (SIGINT) worden gebruikt in strafzaken, blijven de bronnen vaak geheim. Advocaten kunnen die informatie dan niet betwisten, een fundamenteel probleem voor een eerlijk proces.
Een nieuw evenwicht nodig
De discussie over de rol van de AIVD raakt aan de kern van de democratische rechtsstaat: hoe ver mag je gaan om veiligheid te waarborgen? En wie bewaakt de grenzen van die macht? De verschuiving van de AIVD naar het bestrijden van georganiseerde misdaad is op zichzelf begrijpelijk, maar mag niet leiden tot het afkalven van fundamentele rechten.
Zowel advocaten als journalisten roepen op tot meer transparantie, beter toezicht en heldere wetgeving die de balans bewaart tussen veiligheid en vrijheden. De geschiedenis leert dat inlichtingendiensten die zonder tegenmacht opereren, vroeg of laat ontsporen. Is het tijd voor een debat over hoe wij de AIVD willen controleren, vóórdat dat niet meer mogelijk is?
Bronnen:
AIVD, Het Parool, NRC, CTIVD