Het schokje net voor het opengaan van de deuren wordt veroorzaakt doordat zo’n lift vrij plotseling en volledig tot stilstand komt.
Bij de wat oudere liften is het namelijk zo dat de liftkooi eerst op de hoge snelheid beweegt, totdat een sensor signaleert dat de lift de doelverdieping nadert.
Dan schakelt de liftmotor ineens over op een lage gewenste snelheid om vervolgens daarmee langzaam verder naar precies de vloerhoogte van de doelverdieping door te stijgen of te dalen. De overgang van snel bewegen naar langzaam bewegen kun je goed voelen, maar het gaat niet met een schok of zo.
Vervolgens komt de liftkooi bij een markering die aan de sensor aangeeft dat de doelverdieping bereikt is. Dan schakelt de liftmotor uit. De lift heeft echter de neiging om als de stroom afgeschakeld wordt nog ongeremd door te gaan met stijgen of zakken. Er is nu amper weerstand: er is een zware liftkooi die bijvoorbeeld daalt en er is een zwaar tegengewicht dat even hard omhoog aan het gaan is. Of andersom.
Er is vrijwel geen weerstand, maar er is wél een neiging dat het zwaarste gewicht van die twee uiteindelijk naar beneden zal willen bewegen. Het spul is namelijk vrijwel nooit precies in evenwicht. Met slechts één persoon in de kooi zou de lift uit zichzelf willen gaan stijgen, want het tegengewicht wordt standaard even zwaar gemaakt als een halfvolle kooi.
De ene keer wil de liftkooi dus bij het helemaal uitschakelen van de liftmotor uit zichzelf omhoog gaan bewegen, en de andere keer met veel mensen in de lift wil hij omlaag gaan bewegen.
Denk aan een auto die hetzij omhoog rijdend hetzij omlaag rijdend op een steile helling gestopt moet worden. Bij omhoog rijden komt-ie vanzelf tot stilstand en gaat dan meteen achteruit bergaf, en bij een dalende rit wil hij alleen maar steeds sneller gaan. Uiteindelijk is daarom altijd een heel stevige remkracht nodig om veilig stil te blijven staan.
Een gewone elektromotor en ook een liftmotor heeft van zichzelf geen echt bruikbare remmende werking.
Daarom wordt tegelijk met het uitschakelen van de nog langzaam draaiende liftmotor meteen een vrij grote rem bekrachtigd door een krachtige veer. Die staat normaal voortdurend ‘op de rem’ maar wordt alleen tijdens het bewegen van de liftkooi tijdelijk door een sterke elektromagneet overruled. Dit is dus fail-safe: bij stroomuitval staat de lift vanzelf meteen permanent geremd; ook als hij toevallig nog niet goed bij een verdiepingvloer is.