Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe komt de continuümhypothese erbij dat de kardinaliteit van de verzameling reële getallen het eerste overaftelbare kardinaalgetal is?

De hypothese luidt:

Er bestaat geen verzameling, waarvan de kardinaliteit tussen de kardinaliteit van de gehele getallen en de kardinaliteit van de reële getallen ligt.

Nu zijn reële getallen overaftelbaar. Een verzameling heet overaftelbaar als ze niet afgeteld kan worden. Een voorbeeld van een overaftelbare verzameling vormen de reële getallen groter dan 2 en kleiner dan 3.

Natuurlijke getallen blijken dan weer wel aftelbaar omdat ieder getal uiteindelijk wel aanbod komt.

Maar waarom zijn reele getallen dan het éérste aftelbare getal? Zijn er bijv. nog meer dan.
En waarom zijn natuurlijke getallen niet overaftelbaar? Immers als je bij oneindig begint komt je toch nooit bij ieder getal uit?!

8 jaar geleden
in: Wiskunde
2.1K
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
het bewijs dat reële getallen overaftelbaar zijn vind ik wel aardig. Dat gaat als volgt: Neem de volgende reeks reële getallen: 0,122345456...
0,213345773...
0,323489234...
Etc... Dan kun je altijd een getal construeren dat niet in deze reeks zit door bij het eerste cijfer van het getal 1 op te tellen, bij het tweede getal van het tweede cijfer een op te tellen etc... Dus in dit voorbeeld : 0,324.... etcetera Dit getal verschilt dan van alle getallen die je al hebt opgeschreven en dit kan eindeloos herhaald worden.

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Om eerst even wat recht te zetten: Een aftelbare verzameling betekent _niet_ dat je met de taak van het tellen van de elementen van die verzameling gereed kunt komen. Als dat zou kunnen was het namelijk een eindige verzameling, en er zijn oneindig veel natuurlijke getallen. Aftelbaar betekent dat je in principe een systematische lijst zou kunnen maken waarop alle elementen van de verzameling langs zouden komen, als je oneindig lang zou doorgaan. Bij de natuurlijke getallen zou die lijst bijvoorbeeld 1, 2, 3, 4, .... kunnen zijn.

Overaftelbaar betekent dat er zó veel elementen zijn, dat je niet eens kunt _beginnen_ met het opstellen van zo'n lijst. Neem bijvoorbeeld de reeele getallen tussen 2 en 3. Ik zou kunnen beginnen met 2.1, 2.2 ... enz. Maar dan heb ik 2.15 nog niet genoemd. Prima, dan begin ik met 2.01, 2.02, enz. Maar dan heb ik 2.001 nog niet genoemd. Enzovoort. De truc zou dus zijn om een zodanige volgorde te vinden dat ik ‘langs’ alle reeele getallen kom.

Nu zijn er slimmere manieren om af te tellen dan wat ik hierboven deed. Bijvoorbeeld heeft iemand laten zien dat je alle "rationale" getallen -dit zijn alle getallen die je kunt schrijven als een breuk van 2 gehele getallen- nog wel op een bepaalde systematische manier langs kunt gaan. Dus zelfs wat hierboven stond, is nog wel "af te tellen", ook al moet daarvoor op een wat vreemde manier door de getallenverzameling heen zigzaggen.

Maar voor de reeele getallen heeft Kantor bewezen dat zelfs àls je al een oneindig lange lijst zou kunnen maken waarmee je denkt alle reeele getallen te vangen, er altijd tòch nog altijd getallen te maken zijn die nog niet in je overzicht stonden en die je toe zou moeten voegen- al dacht je dat je ze allemaal al had. Geen enkele lijst -ook niet een die oneindig lang is- kan ze allemaal bevatten. Hoe gek het ook klinkt: de verzameling natuurlijke getallen en de verzameling rationale getallen zijn allebei oneindig, natuurlijk zijn er ‘meer’ rationale getallen dan natuurlijke, maar toch is hun oneindigheid van dezelfde orde: je kunt BEGINNEN met ze af te tellen (ook al zal je nooit gereed komen).

Maar de oneindigheid van reeele getallen is van ‘hogere’ orde: je kan er niet eens mee beginnen. Want je kan niet eens een volledige lijst maken omdat je altijd getallen kunt vinden die je er nog ‘tussen had moeten schuiven’.

(wordt vervolg in reactie).
(Lees meer...)
kierkegaard47
8 jaar geleden
kierkegaard47
8 jaar geleden
En dat is onafhankelijk van de volgorde die je kiest. Het bewijs hiervoor is vervat in het beroemde diagonaalargument van Kantor. De eerstvolgende vraag is dan: zijn er ordes van oneindigheid die er nog ‘tussen’ de ordes van oneindigheid van natuurlijke, en die van reeele getallen liggen? Die op fundamentele wijze ‘meer’ zijn dan die van de natuurlijke en rationale getallen, maar "minder" dan die van de reeele getallen? Het antwoord daarop is onbekend. Kantor _vermoedde_ dat dat niet zo was- en dat is zijn continuümhypothese. Maar meer dan een hypothese is het nog altijd niet.
kierkegaard47
8 jaar geleden
En ja, er zijn verzamelingen die van nóg hogere orde zijn dan R. Een voorbeeld hiervan zou zijn, de verzameling van alle _ eindig en oneindig lange _ rijen_ van reëele getallen. Bijvoorbeeld een stel coördinaten in een ruimte die oneindig veel dimensies heeft. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar dergelijke ruimten worden wel bestudeerd in de wiskunde (en daar komen ook weer praktisch gezien nuttige resultaten uit voort).
kierkegaard47
8 jaar geleden
Ik zie nu dat ik in feite geen antwoord geef op de vraag waaròm Kantor dat dacht. Het antwoord is dat ik dat ook niet zeker weet, maar dat verschillende grote wiskundigen het onderling niet eens waren. Als engels geen probleem is, zie bv. deze link: https://en.wikipedia.org/wiki/Continuum_hypothesis#Arguments_for_and_against_CH
WimNobel
8 jaar geleden
Je schrijft dat het antwoord op de vraag of er tussen de ordes van oneindigheid van de natuurlijke en de reële getallen nog andere ordes bestaan, onbekend is. Ik zou liever zeggen: onbepaald. Het is namelijk wel bewezen dat het antwoord op die vraag op geen enkele wijze valt af te leiden uit de axioma's die algemeen gehanteerd worden in de verzamelingenleer. Je zou de continuümhypothese dus kunnen toevoegen als extra axioma. En daarmee is het dus wel degelijk meer dan een hypothese!
Je kunt ook kiezen om het tegendeel, namelijk dat er wel zulke ordes bestaan, als axioma toe te voegen. Je krijgt dan een heel vreemd soort wiskunde, waarin objecten bestaan die niet geconstrueerd kunnen worden. Immers het is dan nog steeds niet duidelijk wat voor verzamelingen dan die ordes hebben.
Het meningsverschil tussen wiskundigen bestaat hierin, dat sommige menen dat wiskundige objecten alleen bestaan als ze geconstrueerd kunnen worden, en om die reden het bestaan van "tussenordes" afwijzen. Zij zien de continuümhypothese als onvermijdelijk. Anderen beweren dat je de keuze hebt om het wel of niet te aanvaarden en dat je wel degelijk uitspraken kunt doen over de wiskunde die je krijgt als je het niet aanvaardt.
kierkegaard47
8 jaar geleden
Interessante toevoeging, bedankt! Hiervan was ik ook niet precies op de hoogte. Waarom maak je hier geen antwoord van? Je bijdrage gaat in feite directer op de hoofdvraag in dan ik dat doe. (Ik zou mijn antwoord wel laten staan in dat geval, omdat ik denk dat er toch wel nuttige aanvullende informatie in staat). Ik neem aan dat je met je "sommige menen dat wiskundige objecten alleen bestaan als ze geconstrueerd kunnen worden, en om die reden het bestaan van "tussenordes" afwijzen." naar de intuïtionisten verwijst ?

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding