Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe kun je de orbitalen van kerndeeltjes het beste begrijpen?

Niet alleen elektronen blijken orbitalen te hebben maar ook de kerndeeltjes (protonen en neutronen) van atomen.

In de klassieke mechanica, zoals het atoommodel van Bohr, bevinden de elektronen zich in een serie bolvormige schillen rondom de atoomkern. De kwantummechanica beschrijft de positie van een elektron echter met een golffunctie, die zelf ook als orbitaal wordt aangeduid.

De golffunctie die het ruimtelijke golfpatroon van het elektron beschrijft, en die zelf ook wel als "orbitaal" wordt aangeduid, wordt dan gezien als bepalend voor de kansverdeling van de positie van het elektron rond de atoomkern.

Nu vormden mi de kerndeeltjes in de klassieke mechanica geen bolvormige schillen, maar toch krijgen ze orbitalen toegekend. In hoeverre zijn die orbitalen te vergelijken met die van elektronen.

En is het dan zo dat hun positie een mindere kansverdeling heeft als je veronderstelt dat ze een minder/geen klassieke schil vormen?

Er bestaat een leuk artikel over de orbitalen van kerndeeltje in het engels. Maar dat vind ik wat moeilijk te begrijpen. Dus kan iemand die orbitalen wat eenvoudiger uiteenzetten?

https://en.wikipedia.org/wiki/Nuclear_shell_model

erotisi
8 jaar geleden
1.3K
Thecis
8 jaar geleden
Pas op met dit soort dingen. De klassieke mechanica (en dus ook het Bohr model) laten geen golffuncties toe. Dit is het gebied van de quantum mechanica (dat is de hele reden waarom het Bohr model niet lukt). Ik zal tzt nog even naar het artikel kijken, maar houdt in het hoofd dat de klassieke mechanica, ook wel Newtoniaanse natuurkunde, geldt voor de macroscopische wereld. Niet voor de kleinste deeltjes.

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Antwoorden (1)

Hi, dit is een moeilijk onderwerp om te begrijpen. We moeten namelijk accepteren dat kerndeeltjes cirkelen, maar dit niet hetzelfde doen als een planeet om zijn kernobject.
Een formule hiervoor is E= (e{0}.(h)^2/(e)^2.m{e}).n
Gezien je vraag neem ik aan dat je de formule weet te interpreteren, anders moet je het even melden. Het komt erop neer dat de vooral de massa en energie van een deeltje zijn afstand tot de kern bepalen. Dit kun je in verband brengen met de wet van einstein: E=m(c)^2 waarin hoe hoger de energie van een deeltje, hoe hoger zijn massa wordt. Dit zal dus betekenen dat het deeltje verder weg van de kern zal cirkelen met een hogere massa en energieniveau.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding