hoe weet ik of iets een zout, een moleculaire stof of een metaal is? En wat stelt het allemaal voor?

Een metaal als stof herkennen we meestal aan de eigenschappen van het materiaal: glanzend uiterlijk, vervormbaarheid en geleiding. Chemisch gezien zijn metalen stoffen die zijn opgebouwd uit metaalatomen. In binas-tabel 8 staan enkele gegevens van een aantal veel voorkomende metalen.

Moleculaire stoffen zijn stoffen die uitsluitend bestaan uit niet-metaalatomen. Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.

Of een atoom wel of niet metaal is kan je gewoon in het periodieke systeem kijken, of uit je hoofd leren als dat moet. Zie de afbeelding.

Zouten zijn stoffen die bestaan uit metaalatomen en niet-metaalatomen. Zouten zijn opgebouwd uit positieve en negatieve ionen. De metaalatomen leveren altijd de positieve ionen. De niet-metaalatomen leveren altijd de negatieve ionen.

Een moleculaire stof is vaan een stof die uit een gas of vloeistof bestaat. (dit is NIET altijd het geval) een zout bestaat uit een metaal en een niet-metaal en een metaal is vaak een vast stof. Ik denk dat je dit voor school nodig hebt. Als je in je Binas kijkt op tabel 31 & 32 zie ke het helemaal staat. Blauw is metaal en geen een moleculaire stof Waneer je bijvoorbeeld Latium-choolride hebt is dat een moleculaire stof en een metaal. Dit is dus een zout.

Metalen geleiden allen electrische stroom, hebben een metaalionenrooster, hebben een metaalglans en de neiging positieve ionen te vormen. Ze hebben een metaal-ionenrooster.
Het AMMONIUMION is geen metaalion maar heeft WEL de eigenschappen van metaalionen.

van alle element-metalen wordt het atoom als molucule gezien (bij niet-metaal elementen is dat niet altijd zo, zoals bij fosfor wat P4 moleculen kan vormen en zwavel die zelfs als S8 voor schijnt te komen.

Een moleculaire stof is een zuivere stof die tot op moleculeniveau geen mengsel is.

Zouten bevatten meestal metaal ionen en een zuurrest, wat zowel een atomair kation (zoals Cl-ion) als een moleculair kation kan zijn zoals het sulfaation((SO4)2- ion).

in water oplosbare zouten splitsen ionen af en maken het water geleidend.

Veel onoplosbare zouten kennen we ook , marmer is CaCO3
Pyriet is FeS2 en dit zijn in feite zouten.

Je hebt ook mengzouten en dubbelzouten (mineralen zijn daar voorbeelden van) maar ook zure zouten en basische zouten, welke Hydronium of OH- ionen afsplitsen als je ze oplost in water.

We kenne ook nog wat bizarre stoffen, men schijnt met kwik en amonium (niet te verwarren met ammoniac)) een amalgaam gevormd te hebben waarbij bleek dat het amoniumion in ongeladen vorm daadwerkelijk een metaal is,
het zou daarbij he enige metaal zijn wat in zuivere vorm GEEN element is.
en men kan onder bijzondere omstandigheden waterstof tot metaal laten worden (in de kern van gasplaneten zoals Jupiter komt deze toestand voor).

Met deze laatste opmerkingen wil ik maar duidelijk maken dat zelfs de elementen ons kunnen verrassen en sommige moleculen veranderen in iets wat je alleen van een element zou verwachten.

Ik denk dat mede daarom er nog een scheiding is tussen natuurkunde en chemie, alhoewel de overlap steeds groter wordt.
Ik hoop niet hiermee mijn vakgenoten voo de schenen te schoppen, ik kom uit de chemische hoek maar intereseer me ook mateloos voor natuurkundige aspecten.

Gelukkig zijn er geen brandstapels meer voor dit soort "ketters".
Ik zie natuurkunde en scheikunde als broer en zus, bij wijze van spreken.

Toegevoegd na 6 uur:
Stomme fout, kationen en anionen door elkaar gooien, terechte opmerking DAKI , bedankt.

Wat die metalen betreft: kijk in het periodiek systeem. Daar zie je of iets een metaal of niet-metaal is. Zilver is dus een metaal.

Een zout bestaat meestal uit een ion-verbinding. Een positief en negatief ion, voorbeelden zijn: NaCl (keukenzout), ammoniumchloride, natriumacetaat, etc...

En eigenlijk zijn het allemaal moleculaire stoffen. Een moleculaire stof (een stof die bestaat uit dezelfde moleculen oftewel: identieke verbindingen tussen atomen) heeft tot op het kleinste niveau (dus de kleinste deeltjes) nog steeds dezelfde chemische eigenschappen van deze stof bezit. Dus in principe is dit ook het geval voor een stof die is opgebouwd uit 1 atoom bestaat zoals bijvoorbeeld heliumgas. Heliumgas bestaat dus uit verschillende heliummoleculen en elke molecule hiervan bestaat maar uit 1 atoom. Het verschil met andere moleculen is dus dat er geen verbinding aanwezig is.

De mogelijke bindingen van deze moleculen?
- Metaalverbindingen.
- Covalente bindingen.
- Ionbindingen.