hierbij nog de formules
De warmte nodig voor opwarmen en afkoelen is afhankelijk van: de massa van hetgeen je wilt opwarmen, de soortelijke warmte (dat is een constante die per stof anders is, en het temperatuurverschil (officieel in K, = graden Kelvin maar daar kun je graden celcius voor lezen).
Ontdooien is afhankelijk van de smeltwarmte (dat is weer een constante, afhankelijk van de stof) en de massa die je laat smelten (het gaat bij een vaste temperatuur dus geen temperatuurverschil)
Q = de benodigde warmte in kJ (kilo Joule)
c = de soortelijke warmte in kJ/kg.C (kilo Joule per kg en per graad celcius)
m is de massa in kg (kilogram)
q = de smeltwarmte in kJ/kg
dT = het temperatuurverschil in graden (C)
c (water) = 4,2 kJ/kgC
c (ijs) = 2,1 kJ/kgC
q (ijs) = 334 kJ/kg
De formules:
Q (opwarmen) = m . c . dT
Q (smelten) = m . q
(de punt staat voor vermenigvuldigen)
dus ijs van -60 naar 0 graden brengen kost (voor 1 kg):
1 . 2,1 . 60 = 126 kJ
ijs smelten (1 kg) kost:
1. 334 = 334 kJ
en evt het smeltwater opwarmen naar 60 graden (1 kg) ;
1 . 4,2 . 60 = 252 kJ
het smelten kost veruit de meeste energie (want ijs van -60 zit niet in je vriezer), om je drankje te koelen maakt het dus niet zo heel veel uit of je ijsklontje -18 of -5 graden is.
Toegevoegd na 2 minuten:
En de tijd die het kost is zoals iemand al opmerkte afhankelijk van wat je als warmte bron neemt, je weet nu hoeveel warmte je nodig hebt, als je bijv weet hoeveel warmte een gasbrander geeft (in kJ per seconde) kun je dus uitrekenen hoeveel seconden het duurt.