In de Apologie van Socrates schrijft Plato over een probleem dat Socrates probeert op te lossen. Het orakel van Delphi heeft gezegd dat niemand wijzer is dan Socrates. Maar Socrates vindt zichzelf niet wijs. Socrates trekt noch de uitspraak van het orakel, noch zijn zelfbeeld in twijfel. Maar hoe moet hij dit met elkaar rijmen?
Om dit probleem op te lossen gaat Socrates praten met verschillende groepen in Athene. Hij gaat langs bij politici, dichters en vakmensen. Ze denken allemaal dat ze grote en belangrijke dingen weten, maar voor Socrates is het duidelijk dat dit niet het geval is. Socrates weet ten minste van zichzelf dat hij geen kennis heeft van deze belangrijke kwesties, terwijl de mensen die hij spreekt dit niet weten van zichzelf. Dus heeft Socrates in dit opzichte meer kennis dan de mensen die hij spreekt die een reputatie hebben wijs te zijn.
Socrates zegt over zichtzelf: “over mezelf weet ik dat ik niets weet”. Nu we de context van de dialoog kennen zien we dat deze uitspraak niet problematisch is. Socrates is geen scepticus die zegt dat hij niets weet.
Maar zijn woorden benadrukken juist het belang van het kritisch onderzoeken van je eigen visie en die van anderen. Omdat we vaak niet veel weten is kritisch onderzoek juist van belang.
Toegevoegd na 1 minuut:
Letterlijk heeft Socrates gezegd : over mezelf weet ik dat ik niets weet”.
- Bronnen:
-
http://www.rug.nl/education/scholierenacad...