In ontspannen toestand ligt de vorm van je vingers (ongeveer) in het midden tussen knijpen en strekken. Als ze in ontspannen toestand gestrekt zouden zijn, zou je veel meer kracht uit moeten oefenen om een vuist te maken (of om iets vast te pakken).
De handen zijn daarom zo gebouwd, dat strekken en grijpen vanuit rust nagenoeg dezelfde beweging (of in tegenstelling) maken.