Dat komt door het formaat van het hart. Het hart van een blauwe vinvis is zo groot als een auto. Stel dat een auto van rubber is en zich na platdrukken vult met water dan duurt het even voor de auto weer zijn oorspronkelijke vorm terugkrijgt. Door de rubberachtigheid van het hart kan het zich weer vullen. Hetzelfde geldt voor de spieren, die kunnen snel samentrekken, maar het duurt even voor ze al het bloed uit zo een groot hart hebben gedrukt.
Je zou zeggen dat de walvis dan ook wel een kleiner hart kon gebruiken dat sneller klopte, maar dan zou hij per slag minder bloed verpompen. Hoe groter het hart hoe minder spieren er nodig zijn aan het oppervlak om een bepaalde hoeveelheid bloed te verpompen. Dat heeft te maken met de oppervlakte en inhoud verhouding van het hart.
Omdat economisch met ruimte en energie moet worden omgesprongen in het lichaam is het hart van ons ook niet groter dan noodzakelijk, maar als je bijvoorbeeld veel traint met wielrennen zal het hart zich vergroten en langzamer gaan kloppen. Op die manier verbruikt het minder energie tijdens het sporten en kan het meer bloed verpompen.