Zang
Voor merelmannen is zang het belangrijkste instrument om hun territorium te verdedigen en om vrouwtjes te lokken. Ze leren hun soortspecifieke zang door te luisteren naar hun soortgenoten. Hun repertoire is groot, de akoestische structuur van hun zangstukken zeer herkenbaar. Het eerste gedeelte van een lied bestaat uit fluitachtige elementen met relatief lage tonen, direct gevolgd door een tweede deel dat zachter is en een hogere toonhoogte heeft. Dit lied herhaalt het mannetje meerdere keren, met korte tussenpauzes. Ripmeester analyseerde de zang van merelmannen in de stad en in het bos en vond een aantal opmerkelijk verschillen.
De structuur van de liedjes en de duur van de pauzes bleek in de stad korter dan in het bos. Dat komt in de eerste plaats doordat de dichtheid van territoriale merels in de stad hoger is. Hierdoor zijn zij genoodzaakt zich meer en intensiever te laten horen. Daarnaast speelt de tijd van het seizoen een rol. Omdat het in de stad warmer is, begint daar het broedseizoen eerder en vertoont de merel dus ook eerder territoriaal gedrag.
Ook de toonhoogte van de liedjes varieerde tussen de populaties. De meest waarschijnlijke verklaring hiervoor is het verschil in achtergrondlawaai waarmee de bos- en stadspopulaties te maken hebben. Vooral in de lage tonen is het geluid in stedelijke gebieden veel sterker. Het door mensen geproduceerd lawaai ligt bovendien in hetzelfde toonhoogtebereik als het eerste gedeelte van de merelliedjes. Stadsmerelmannen hebben hun toonhoogte verhoogd, waardoor zij beter hoorbaar zijn.
meer info via de bron.
een toontje hoger of lager.... vanuit mijn eigen 'nestje' is en blijft het gewoon heerlijk om naar een concert te luisteren en hiermee de dag te starten :)