Spectra van sterren met dezelfde temperatuur hoeven niet exact gelijk te zijn. Maar als je absorptie- en emissielijnen geheel buiten beschouwing laat, en uitsluitend naar het continue deel van het spectrum kijkt, dan is er geen onderscheid te maken tussen sterren met dezelfde temperatuur en verschillende chemische samenstelling. En dus geldt het getoonde plaatje inderdaad voor zowel sterren met waterstof als die met helium aan het oppervlak.
Het continu-spectrum van een zwarte straler wordt uitsluitend bepaald door z'n temperatuur. Maar spectra van sterren bevatten ook lijnen die veroorzaakt worden door atomen, moleculen en ionen. Sterren zijn dus niet altijd een ideaal zwart lichaam, en soms verre van dat. Vooral bij koele rode sterren wordt het spectrum overwegend bepaald door de vele moleculen in de atmosfeer van de ster.
Historisch worden spectraaltypen met letters aangeduid. De volgorde, van heet naar koud is WOBAFGKMRNS. Later werd deze reeks verfijnd door een cijfer (0-9) toe te voegen.
Maar door de spectraallijnen te bestuderen kun je ook onderscheid maken op grond van andere kenmerken dan de temperatuur. Zo wordt aan de aanduiding een romeins cijfer toegevoegd voor reuzen- hoofdreeks- en dwergsterren: I = superreus, II = heldere reus, … V = hoofdreeksster, …
Zie voor een volledig overzicht het wiki-artikel.
Volgens deze systematiek is de zon een ster van spectraaltype G2V.
- Bronnen:
-
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spectraalklasse