De sterkte van de zwaartekracht is afhankelijk van de massa, en van de afstand tot het middelpunt van de planeet (dus niet zozeer de hoogte boven het oppervlak, maar echt de afstand tot het middelpunt).
Als de planeet twee keer zo groot is, en dezelfde opbouw heeft, en ("dus") ook dezelfde dichtheid, dan is de massa acht keer zo groot als de massa van de aarde. De zwaartekracht is dus ook acht keer zo groot - mits je op dezelfde afstand van het midden zit.
Maar deze planeet is twee keer zo groot. Je zit dus op de dubbele afstand tot het midden, vergeleken met de aarde. De zwaartekracht neemt kwadratisch af met de afstand. Twee keer zo ver van het midden betekent dus een vier keer zo lage zwaartekracht.
Het ene effect (dubbele afmeting, dus acht keer zoveel massa) geeft dus een acht keer zo sterke zwaartekracht.
Het tweede effect (dubbele afmeting, dus twee keer zo ver van het middelpunt) geeft dus een vier keer zo zwakke zwaartekracht.
Netto-effect: de zwaartekracht aan het oppervlak is twee keer zo sterk (keer acht, gedeeld door vier).
Natuurlijk geldt dit alleen als de gemiddelde dichtheid van beide planeten gelijk is.