Waarom zitten er by de Duitse mannen8 op de OS twee roeiers aan dezelfde kant?

Hoe je een acht riggert (zo heet dat), mag je zelf bepalen.

De conventionele riggering is "bakboord slag". Dat betekent dat de slagroeier (de roeier die het dichtste bij de stuurman zit) aan bakboord roeit (dat is links, vanuit de stuurman gezien). De andere roeiers zitten om en om aan stuurboord en aan bakboord.

Soms zie je een boot die "stuurboord slag" geriggerd is. Dan roeit de slagroeier aan stuurboord, en de rest weer om en om bakboord en stuurboord.

De Duitsers roeien met de zogenaamde Italiaanse riggering. Zij kozen voor B-S-B-S-S-B-S-B (B=bakboord, S=stuurboord).

Die Italiaanse riggering kan ook andersom: S-B-S-B-B-S-B-S.

Weer een andere variant is het roeien in "blokken". Twee roeiers die achter elkaar zitten en aan hetzelfde boord roeien, heten namelijk een blok. Een blok-opstelling is bijvoorbeeld B-S-S-B-B-S-S-B, of S-B-B-S-S-B-B-S.

In alle varianten zie je evenveel roeiers aan bakboord als aan stuurboord. Drie roeiers op het ene boord en vijf op het andere komt niet voor. Dat zou betekenen dat die vijf roeiers te zwak zijn, en dan kun je beter sterkere roeiers in de boot zetten.

 

Goed, dit was allemaal achtergrond. Nu naar je vraag: WAAROM?

Elke roeier heeft een voorkeur. Zo is mijn voorkeur bijvoorbeeld stuurboord. Op je voorkeursboord kun je meer kracht zetten dan op het andere boord.

Verder is er een opstelling die beter presteert dan een andere opstelling. Sommige roeiers moet je op boeg zetten, andere kun je beter in het midden van de boot zetten. Zeker voor de slag geldt dat die positie niet voor iedereen is weggelegd.

Als je nu dus weet dat elke roeier een beste plek in de boot heeft, en een favoriet boord, volgt daaruit dat je soms van de conventionele riggering moet afwijken. Bij de Duitsers was dat kennelijk het geval.
 

Toegevoegd na 4 minuten:
 
Er zijn ook wel theorieën dat deze Duitse riggering beter is voor de krachtoverbrenging. De boot zou er minder door torderen (draai-buigen). Daardoor zou er minder kracht verloren gaan aan het torderen van de boot; er zou dus extra kracht overblijven voor de voortstuwing.

Tegenwoordig gaan de meeste coaches ervan uit dat deze effecten, als ze al bestaan, veel minder belangrijk zijn dan het voorkeursboord en de voorkeurspositie van elke roeier.