Het is niet nodig om ja, als jaa te spellen. Er zijn voor klinkers bepaalde regels voor de uitspraak. Zo spreken we ga, ha, la, ma, na, pa automatisch uit als gaa, haa, laa, maa, naa en paa. En dat klinkt precies zo als laat, haal, maat, staan of taart.
We gaan pas a zeggen (de korte klank), als de a tussen 2 medeklinkers in staat.
hak, pak, las, tap, wat.
Je hebt precies het goede voorbeeld te pakken, want bij de letter e is er een uitzondering. Daarom zeggen we ju voor je, tu voor te, en zu voor ze. En precies daarom is het nodig, dat we bij nee, er een e bijzetten. Want anders zeg je geen nee, maar nû, als je maar één e zou gebruiken.
Als het je interesseert, dan kun je op onderstaande site er veel meer over lezen.
http://www.dutchgrammar.com/nl/?n=SpellingAndPronunciation.01
Aan de linkerkant op de site, kun je klikken op lange klinkers, korte klinkers, en direct daaronder kun je lezen over de uitzonderingen voor de letter -e-
Succes!