Je ziet de citroen voor je. Het is knalgeel en de schil met putjes glimt in de zon op de fruitschaal tussen de sinaasappels. Ovaal met een bobbeltje aan de zijkant.Daar ligt ie te stralen, te wachten. Je gaat voor de citroen. je rolt het in je handen, het voelt stevig aan, precies rijp genoeg. het sap spuit eruit als je het met een scherp mes in twee helften snijdt. Een wit pitje floept eruit. Je handen zitten onder het sap. Nu breng je de zure vrucht naar je mond, het ruikt scherp en fris. Je speeksel komt op gang, je moet het steeds weg slikken. Daar komt het vocht binnen gedruppeld, een explosie, de smaakpapillen zijn wakker geschud. De citroen smaakt sappig, oh zo ZUUR, je gezicht verzuurd er ook van. AAAHH!!! Je tandglazuur barst er zo wat van! Maar oh wat vliegen de vitaminen je om de oren! Maar pak voortaan toch die sinaasappel, het is ook gezond en zoveel zoeter!